de huidige bestuurlijke organisatie is dit meer dan genoeg, daar ieder
concert de nodige tijd vraagt van de bestuursleden i.v.m. zaalhuur,
transport, druk van de programma's en affiches en de aanwezigheid ter
plaatse. Er zijn thans enige vaste elementen in de reeks, zoals de
concerten in het Zeeuws Museum, die in de Oostkerk te Middelburg en
het optreden van het Bevelands Kamerkoor. Onder de eigen leden is in
de categorie semi-professionele musici zeer veel animo om concerten
te verzorgen. De kwaliteit van de concerten mag goed worden ge
noemd. Walcheren en de Bevelanden leveren steeds een goede bezet
ting op maar de overige gebieden geven een (te) geringe opkomst. De
samenstelling van de reeks is voor wat betreft de muziek en de muziek
instrumenten evenwichtig. Het punt van de concentratie op Walcheren
en de Bevelanden verdient echter aandacht. De concerten zijn belang
rijk voor de motivatie van het lidmaatschap.
II. GRAMMOFOONPLATEN.
Na de voltooiing van de reeks "Historische orgels in Zeeland" zijn
hiervoor nog diverse mogelijkheden:
11.1. OUDE ZEEUWSE MUZIEK.
Een redelijke hoeveelheid muziek van eigen bodem bleef in druk be
waard. Voor de 17e eeuw beschikken we over Valerius' Gedenck-
klanck en de Psalmen van Remigius Schrijver; voor de 18e eeuw zijn er
de Suites van Bustijn, Speelmuziek van J. Snep, organist te Zierikzee;
Psalmen en Divertimento's van W. Lootens en Psalmen in operastijl
van J Verschuere Reijnvaan. Uit meer recente tijd zou eventueel in
aanmerking komen werk van Otto Lies en Van Brucken Fock. Derge
lijke muziek stelt zwaardere eisen aan de productie, doordat meerdere
instrumenten vereist zijn en vocale medewerking meer risico's ople
vert.
11.2. HET ZEEUWSE HUISORGEL.
In de 18e eeuw was er een belangrijke huisorgelcultuur. De instrumen
ten hadden een eigen karakter en een redelijk aantal bleef bewaard
(Gapinge Herv. en Geref. Kerk; Meliskerke Herv. Kerk; Nieuwdorp
Geref. Gemeente; Borssele Geref. Gemeente; Baarland Herv. Kerk;
Wissenkerke Geref. Kerk; Zeeuws Museum; Antwerpen Museum het
Vleeshuis; particulier bezit). Landelijk bestaan slechts de platen "Die
Kleinorgel" door Albert de Klerk en "Het Nieuw Hollands Speel-
huys" door Gert Oost en Jaap Spigt, op welke laatste de orgels minder
tot hun recht komen. Er zullen dus zeker voldoende afzetmogelijkhe
den zijn. Om het karakter van huismuziek te illustreren zou hier ook
vocale medewerking mogelijk zijn of combinatie met andere instru
menten.
XLV