11.3. ZEEUWSE CARILLONS.
De beiaard is vanouds een belangrijk gegeven in het muziekleven. Er
zijn nog enige fraaie oude carillons in de provincie bewaard gebleven
(Goes, Zierikzee, Veere). Maar ook moderne carillons verdienen do
cumentatie op de plaat voordat brand of andere calamiteiten hen het
zwijgen opleggen. Bij carillonmuziek lijkt een langspeelplaat niet ge
wenst. Single's zouden het voordeel bieden van ruime afzetmogelijk
heden voor toeristen.
III. BEHOUD VAN HISTORISCHE INSTRUMENTEN.
De Werkgroep zou een rol kunnen spelen bij de zorg voor instrumenten
uit de periode eind 19e eeuw, begin 20e eeuw, die niet beschermd zijn,
maar toch waardevol.
Gevaar dreigt in de toekomst voor de nog vrij talrijke huisorgels die in
kleine kerken dienst doen. Dit is onlangs gebleken voor het Weidt-
mann-orgel te Nieuwdorp, waar de kans voor een verantwoorde res
tauratie werd gemist. Dit instrument, uitermate belangrijk in relatie tot
dat te Meliskerke, had wellicht door aankoop veilig gesteld kunnen
worden.
Andere huisorgels van grote betekenis bevinden zich in bezit van
langzaam maar zeker verdwijnende kerkelijke gemeenten. Wanneer
niet tijdig wordt voorzien in middelen om in noodgevallen adekwaat te
kunnen handelen zal een voortdurende verarming van het eigen Zeeuw
se cultuurbezit niet uitblijven. In dit verband moge worden opgemerkt
dat het Zeeuwsch Genootschap (vanouds) en de Werkgroep een ruime
re taakstelling hebben dan de Zeeuwse musea. Stellen de laatste zich
ten doel een specimen van bepaalde categorieën objecten te verwer
ven, eerstgenoemde hebben tot taak al hetgeen voor de wetenschap,
inzonderheid in relatie tot Zeeland, van belang is door opsporen, bewa
ren en bevorderen veilig te stellen. In dit verband moet ook rekening
worden gehouden met de mogelijkheid instrumenten van Zeeuwse
orgelbouwers als Jan Albert Mennes of Ludovicus de Backer, wanneer
deze van buiten de provincie verworven kunnen worden, aan te kopen.
IV. VERWERVING VAN HISTORISCHE MUZIEKINSTRUMENTEN.
Voor de concerten en grammofoonplaten is een historisch instrumenta
rium vereist. Waar eens tientallen Ruckers-clavecimbels de patriciërs
huizen te Middelburg en andere Zeeuwse steden sierden is thans geen
enkel oud instrument meer te vinden en is zelfs geen modem twee-
manualig clavecimbel beschikbaar. Een zo essentieel element in het
historisch woonhuis als het clavecimbel zou toch zeker in de verzame
lingen van het Genootschap vertegenwoordigd moeten zijn. Voorts
ware te denken aan een Hammerflügel van eind 18e eeuw, een vroeg
19e-eeuwse vleugel en een vleugel uit de tijd van de Romantiek. Naast
XLVI