ledenbestand. Golden tot voor enige decennia nog criteria van weten
schappelijke vorming, thans staat het lidmaatschap open voor ieder die
bereid is de doelstellingen te helpen verwezenlijken. Dit is een goede
zaak. Alleen bij een grote toename van leden kunnen de in het voor
gaande gesignaleerde beleidsvoornemens worden gerealiseerd. Alle
mogelijkheden moeten voorts worden benut. Zoveel mogelijk dienen
binnen het Genootschap werkbare eenheden te worden gevormdDit is
geen vorm van overorganisatie, maar een middel om het aanwezige
arbeidspotentieel te benutten en te kanaliseren. Ook moet gebruik
worden gemaakt van alle mogelijkheden om de financiële middelen te
verruimen, zoals deelname aan werkgroepen, incidentele bijdragen en
stimulering van het begunstigerschap.
g. Effectieve besluitvorming.
Hier kan worden gerefereerd aan de in het voorgaande en reeds in de
beleidsnota geschetste structuur. Het Algemeen Bestuur fungeert daar
in als ontmoetingspunt voor alle werkgroepen, commissies en afzon
derlijke functies. De werkgroepen kennen een zelfstandige besluitvor
ming, de commissies een meer adviserende functie. De thans bestaande
praktijk waarbij maandelijks wordt vergaderd werkt efficient.
Hoofdstuk 2. Administratieve en wetenschappelijke bijstand.
Uitbreiding van de administratieve bijstand is gewenst. Niet alleen is de
administratie dermate omvangrijk geworden dat hierin niet meer met
een kracht voor halve dagen kan worden voorzien, ook zijn er tal van
behoeften aan administratieve bijstand bij de commissies en werkgroe
pen. Bijvoorbeeld de Werkgroep Historie en Archeologie voor het
uitwerken van onderzoeksmateriaal; de Redactie van het Archief voor
het uittypen van artikelen, terwijl ook de afwikkeling van de Encyclo
pedie en de toegenomen verkoop van de uitgaven de nodige mankracht
eisen.
Ook op het gebied van de wetenschappelijke begeleiding zijn er duide
lijke behoeften, zoals voor het regionaal-historisch onderzoek en het
onderzoek van monumenten. Wellicht zal ook voor de commissie
Universitaire Contacten een vaste medewerker noodzakelijk blijken.
Hoofdstuk 3. Huisvesting.
Een eigen huisvesting is uitermate noodzakelijk voor een goed functio
neren van het Genootschap. Niet alleen heeft het Genootschap zelf
vergader-, administratie- en depotruimte nodig, ook de werkgroepen en
commissies behoeven dringend werkruimte. Zo vraagt de Werkgroep
Muziek ruimte voor het opstellen van instrumenten ten behoeve van de
concerten en voor de musici die zich willen bekwamen in de authentie-
LVII