Subsidiëring mag geen aantasting van de onafhankelijkheid met zich mee brengen. Evenmin als een kleine politieke partij die de sluitsteen is van een kabinetsformatie, zijn wil kan opleggen aan de overige part ners, zo mag subsidiëring in een tekort niet dienen als een hefboom om het beleid te bepalen. Criteria kunnen slechts zijn het algemeen en maatschappelijk belang van de activiteiten, de culturele waarde van het beleid en de wetenschappelijke betekenis. d. Inkomsten uit kapitaal, fondsen. De inkomsten op de jaarrekening zijn voor een belangrijk deel afkomstig uit het kapitaal. Dit is in hoofdzaak gevormd door de oorlogsschade uitkering (welke nimmer werd besteed) en de opbrengst van de verkoop van het pand Wagenaarstraat 1Afgezien van de vraag of het juist is gelden die voor een bepaald doel ter beschikking werden gesteld voor algemene doeleinden aan te wenden, kan worden gesteld dat tengevol ge van de inflatie en de lage rentepercentages van rendement nauwe lijks sprake is. In feite wordt het kapitaal geconsumeerd. Een bevredi gende oplossing wordt bereikt wanneer de renteopbrengst grotendeels wordt gebruikt voor de kapitaaluitgaven: aanwinsten voor de verzame lingen en uitgave van publicaties. Het spreekt vanzelf dat de rente opbrengst uit speciale fondsen die het vorig jaar zijn ingesteld (Zelandia Illustrata, publicatiefonds, begunstigersfonds) weer aan deze ten goede komen. e. Uitgavenpatroon. Voor wat betreft de uitgaven kan onderscheid worden gemaakt tussen consumptieve, eenmalige bestedingen en permanente bestedingen. Sa larissen, kosten van verzendingen, lezingen e.d. behoren tot de eerste categorie. Zij zijn eenmalig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de uitga ven ten behoeve van publicaties en de verzamelingen. Bij de eerstge noemde wordt voor ver in de toekomst het resultaat van wetenschappe lijke arbeid vastgelegd, de door middel van overdrukken gevormde voorraad blijft lange tijd een rendement opleveren. Hetzelfde geldt voor de verzamelingen; nog steeds heeft het Genoot schap en de gehele samenleving profijt van de investeringen die in het verleden zijn gedaan. De verzamelingen vormen voorts een belangrijke basis voorde publicaties, men denke bv. aan de Zelandia Illustrata. De permanente bestedingen verdienen dus ten allen tijde voorrang boven de consumptieve bestedingen. Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van 2 december 1980 J.H. Kluiver, secretaris. LIX

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 57