gemeente Borssele en de broeders in de stad Goes hebben dien broeder
ouderling nogal agtema geschreijd.
Den 28 maart voor de eerste maal weer een nieuwe Vriesse jas aange
daan.
Den 21 junij Jan Steketee, diacon, en Dirk de Leeuw, ook diacon,
's avonds haare kinders gedoopt. Den 22 junij den domini na Ellewouts-
dijk gebragt en schipper A. Steketee, den ouderling, mee na Zierxzee.
Den 20 sept. 1837 plegtig voor eerste maal in ons leven een dank-, vast
en bededag bij mij met de gemeente gehouwen. Ook alle de gemeenten
in de provinsie Zeeland in stilheid, dat zoo een goedheid Godts geweest
is.
Den 29 sept. 1837 van Christiaan Steketee ontfangen een beker en een
schotel voor het avondmaal, van A. Steketee, schipper, ontvangen een
beker, dus 2 bekers en een schotel.
Den 25 sept. 1837 's avonds om 6 uuren kwam R.... per espeesje met
een brief van domini Budding uijt naam van de kerkeraad van Middel
burg, als dat ik verkozen was om met broeder I. Minderhoudt om als
ouderlingen en afgevaardigden 's morgens om 5 uuren te vertrekken na
Uijtrecht na de groote vergaderinge of nationale sijnode. Dat mij be
zwarend voorkwam, zoo een onvatbare, maar vanwegen mijn roepinge
niet durven nalaten. En alzoo in de vreese des Heeren opgetrokken. In
vreede broeder Minderhoudt ontmoet op de stombood om elf uuren.
Om 4 uuren te Dort, wel aangekomen. Bij juffrouw Broekhoven15
aangegaan, in vreede ontmoet en van wonderen Godts een uure ge
sproken, ook met haar dogter. 's Avonds om 10 uuren tot Gurkom wel
aangekomen en mijnheer de Winter wel ontmoet en geloseert. Den 27 's
morgens om 8 uuren met de delisens vertrokken, om 12 uuren te
Uijtrecht. De 6 dominies en 18 broeders ouderlingen ontmoet, 's Mor
gens om 28 donderdags de vergadering gehopend met psalmgezang en
gebed en ook zoo gesloten en alzoo terkens. Daar zijn onenigheden
verenigt, een nieuwe kerkordeninge gemaakt na de grondslag van de
Dortse kerkordeninge van 1618 en 1619 en een vraagboekje tussen
Borsihus [=Borstius] en de katekismus. Mijn verblijf aldaar was de
Heere mij goed in het geven van een gepaste vrijmoedigheid om zonder
aanzien des persoon mijn gedagten te zeggen, en te kunnen schreijen
over onenigheden, die er veel waren, maar verblijd dat toen mogt zien
dat het fondement geleid was en ondervond ook mijn roepinge, daar ik
al weg wou, maar de Heere maakte mijn los van vrouw en kinders en
beroep. Ik kon dat alles zoo vertrouwend overgegeven en zoo was mijn
vrouwe in alles ook gesteld en dat bevestigde de zaak nog meer, als ik
thuijs kwam.
En alzoo vertrokken woensdag den 1 loet., dus 14 dagen aldaar gezeten
van 's morgens 8 uuren tot 's avonds 10 uuren. 's Middags om 1 uure van
Uijtrecht met dillesens en 's avonds om 7 uuren tot Rotterdam, geen
10