HENDRIK QUIRINUS JANSSEN St. Anna ter Muiden 27 september 1812 - Goes 12 mei 1881 ZIJN HANDEL EN WANDEL OP HET KERKEPAD 22 doordr. A.M. Lauret Leeft hij nog?" Genesis 43:27 In de eerste helft van de negentiende eeuw heeft Nederland honderden predikanten gekend, wier carrières evenzeer op elkaar leken als hun toga's. Het eerste kuddeke dat aan hen werd toevertrouwd, was piep klein. Bedaard en wegens een overschot aan proponenten dikwijls langdurig keken zij uit naar een geriefelijke kansel, waarop zij in diffuse bewoordingen van een Heer getuigden, die tegelijkertijd dichtbij en veraf was. Als minnaars van een arcadisch-rustig pastoraat stelden zij prijs op goede relaties zonder sensaties met de God van Abraham, Izak en Jacob, met de kerkelijke en wereldlijke overheid en met de spraak makers binnen hun gemeente. Derhalve vermeden ze alle preekonder- werpen die de gewetens van hun gelovigen konden schokken. Zij vulden hun talrijke vrije uren met gezellig verkeer onder familieleden en ringbroeders, met het vervaardigen van gezapig-stichtelijk proza en poésie du foyer ten dienste van de conservering en voortplanting van het geloof, en niet zelden met het schoolopzienerschap. De ambitieu zen en studiosi onder hen schreven een in taai Latijn gesteld proef schrift en publiceerden vervolgens kleine, maar voorwetenschappelijk gehouden artikelen in periodieken als Waarheid in Liefde, De Tijdspie gel, Godgeleerde Bijdragen, De Navorscher en, indien zij daartoe waardig werden bevonden, in het (Nieuw) Archief voor Kerkelijke Geschiedenis. Indien Janssen in deze upper middle-class van domineesland niet had uitgeblonken of anderszins was opgevallen, hadden wij er niet over gedacht om een biografie aan hem te wijden. Hij zal niet overbelicht worden als erflater van de Nederlandse beschaving; die eer komt hem niet toe. Hij was als zielzorger, als schoolopziener, als kerkhistoricus en amateur-neerlandicus niet albus in albis. De goede reputatie die hij in brede kringen der ontwikkelden van Nederland en Vlaanderen genoot, herinnert aan de woorden van Shakespeare's Brutus: "There is a tide in the affairs of men which taken at the flood leads on to fortune; Omitted, all the voyage of their life Is bound in shallows and in miseries."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 88