VERSLAG VAN DE CONSERVATOR OVER 1979 XI In juli 1979 verscheen de Zeeuwse museumnota, samengesteld door een door Gedeputeerde Staten ingestelde werkgroep. In deze werk groep hadden voor het Genootschap zitting dr. D. van der Wel, me vrouw drs. M. Mijnsen-Dutilh, mevrouw M.E.A. Sandberg-Braat, L.A. DeWitte en drs. G.R. Heerebout. Bij brief van 11 september 1979 is deze nota aan de Provinciale Staten van Zeeland aangeboden. De discussie hierover zal in 1980 plaatsvinden. Een van de punten van de nota heeft betrekking op de natuurhistorische verzamelingen van het Genootschap. Op dit moment worden deze beheerd door de Zeeuwse Museumstichting, die deze collecties in bruikleen heeft. Geconstateerd moet echter worden dat deskundigheid en mogelijkheden om deze daar goed te beheren ontbreken, mede omdat uiteraard dit type collecties afwijkt van de andere meer cultuur historische verzamelingen. Vooruitlopend op de behandeling in de Staten heeft het college van Gedeputeerde Staten een commissie geformeerd die moet onderzoeken of het mogelijk is de bestaande stichting Het Zeeuws Biologisch Mu seum onder te brengen bij de Zeeuwse Museumstichting. In deze commissie heeft ook de conservator als afgevaardigde van het Mu seumbestuur zitting. Mocht dit streven slagen dan zou de Zeeuwse Museumstichting dus twee musea te beheren krijgen. In dit verband hiermee is het van belang te melden dat de Zeeuwse Museumstichting graag de bruikleen van de opgezette vogels zou be ëindigen. Deze bevinden zich op dit moment in Aardenburg in het Gemeentelijk Museum. Hoewel de bruikleenovereenkomst uiteraard niet eenzijdig opgezegd kan worden, zal dit verzoek t.z.t. in over weging genomen worden, afhankelijk van de ontwikkelingen m.b.t. het natuurhistorisch museum. De paleontologische verzameling is onderzocht door de werkgroep Geologie. Deze constateerde dat t.g.v. kristallisatieverschijnselen in botten, tanden en kiezen bij sommige voorwerpen ernstige beschadi gingen opgetreden zijn. Het advies was, het betreffende deel te spoelen met zoet water en te impregneren met een conserverende vloeistof. Het ziet er naar uit dat dit in 1980 uitgevoerd gaat worden. Voorts is afgesproken dat deze werkgroep de handgeschreven aanwinstenlijst zal fotocopiëren en bewerken, om meer ingang te geven tot het rijke bezit van het Genootschap op dit terrein. De nauwgezette inventarisatie van het bezit van het Genootschap vindt nog steeds gestaag voortgang. Het jaarverslag over 1979 van de Zeeuw-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 9