EEN REIS DOOR ZEELAND IN 1774 INLEIDING De plaatsing van bijgaand reisverhaal is een eigen initiatief van de Redactie van het Archief. Het handschrift berust in de Bibliotheek van de Universiteit te Utrecht en is op verzoek van de Redactie door ondergetekende van annotatie voorzien.* Hoewel we in de Tegenwoordige Staat van Zeeland over een beschrij ving van de provincie in de 18e eeuw beschikken, biedt deze reis beschrijving daarboven nog zoveel interessante informatie dat publi catie in het Archief van belang is. Het verslag geeft allereerst een indruk van de lastige vaartocht, die het alternatief was voor een nog ongemak kelijker reis per rijtuig. In de beschrijving van de diverse uitstapjes worden we voorts geconfronteerd met het bedaarde levenstempo, de geborgenheid in de traditionele levensbeschouwing, het genoegelijk leven op de buitenplaatsen en herenboerderijen en de aandacht voor de landschappelijke schoonheid van de provincie. Opvallend is met name hoe rijk het landschap in deze tijd van bomen was voorzien. Het verslag is geschreven door Frans Comelis Hoogvliet', de oudste zoon in het gezin van de Leidse hoogleraar Nicolaas Hoogvliet, dat de reis naar Zeeland ondernam. Het verhaal moet in zijn bestaande vorm na 1779 zijn geschreven, aangezien het terloops melding maakt van het vertrek van de predikant J. de Fremery uit Zierikzee in dat jaar. Ook prof. Hoogvliet was toen reeds overleden, hij stierf in 1777. Het reis verslag zal dus niet alleen geschreven zijn als een relaas van de reis door Zeeland, maar ook bedoeld zijn geweest om voor de achtergebleven gezinsleden de goede herinnering vast te leggen aan de prachtige reis die men had gemaakt toen het gezin nog voltallig was. Frans Comelis Hoogvliet, geboren in 1757, was dus ruim twintig jaar toen hij het verhaal op schrift stelde. De jeugd van de auteur blijkt duidelijk uit de opgetogenheid waarmee van alle wederwaardigheden verslag is ge daan. Vooreen twintigjarige is de tekst van een opmerkelijke kwaliteit. De tekst is zo getrouw mogelijk weergegeven met handhaving van eigen schrijfwijzen als bijvoorbeeld 'merkwaerdig'. De annotatie is tot het meest noodzakelijke beperkt. Ter ondersteuning van de tekst is een aantal passende illustraties opgenomen. J.H. Kluiver Handschriftenverzameling U.B. Utrecht nr. 1244. 134

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 208