BRIEVEN VAN JOB BASTER AAN COLLEGA'S EN VRIENDEN IN ZEELAND doordrs. C.M. Verkroost INLEIDING Van Job Baster is betrekkelijk veel correspondentie bewaard gebleven. Binnen deze correspondentie vormt de briefwisseling met zijn collega' s en vrienden in Zeeland - P. de Wind, D.H. Gallandat en J. W. te Water- een aparte eenheid*. Het is niet alleen een briefwisseling met bekenden in Zeeland maar tevens een geleerdencorrespondentie in het kader van de wetenschappelijke contacten binnen het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Ter inleiding op Baster's Zeeuwse correspondentie het volgende. We beschikken niet over een volledige biografie van Baster, maar in de loop van de tijd is er toch veel over zijn persoon en wetenschappelijk werk gepubliceerd'. De meest recente publicatie is een korte levens schets van Baster door schrijver dezes in Medisch Contact 19792. Een van de vroegste levensberichten vormt een manuscript toegeschreven aan de Zierikzeese pensionaris mr. Francois Breekpot3. Het leek ons passend, ter inleiding op de correspondentie deze tijdgenoot aan het woord te laten: Job Baster, geboren te Zierikzee den tweeden april 1711. Een uit muntend geneesheer en philosooph, lid van onderscheijde geleerde Genoodschappen; was een groot liefhebber en kenner der Natuurlij ke Historie; besteede een groot gedeelte van zijn leeven met het onderzoek van waeter en andere insecten, voomaamentlijk die eijgen zijn aan Zeeland. Hij hadt zoo veel geneigdtheijd tot het naspeuren van de schoone natuur, dat hij alleenig door het menig vuldig gebruijk van het microscoop, zijn regteroog verloor4. Hij was een kunstenaer in het maeken van grotwerken van schulpen; en was de eerste, die de Chineese Goudvisch (thans zo algemeen in Europa) in de Bataafsche Republiecq bragt. Bij zijn uiterste wil, maakte hij aan de Hollandsche Maatschappij der Weetenschappen te Haerlem, en aan de Zeeuwsche te Vlissingen, verscheijde zijner meestgeachte zeldzaamheeden en stierf in den nagt tusschen den 6 en 7 Maert 1775, zijnde te Zierikzee in de groote St. Lievens Monsterkerk op het zogenaamde hooge choor begrae- ven op den 13e daar aan volgende. Hij liet geene kinderen, maar wel De brieven van Job Baster gecentreerd om de Hollandsche Maatschappij der Weten schappen wachten nog op publicatie. 188

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1980 | | pagina 278