stelling voor het oprichten van zusterverenigingen. Dit initiatief liep dood. Er waren geen aanwijzingen dat Van Berlekom de initiatieven tot wijziging van de kiezersvereniging in een kiesvereniging daadwerkelijk heeft ondersteund. Aan het einde van de jaren zeventig was Van Berlekom een oud-liberaal die de oude organisatie met lede ogen tot een staat van ontbinding zag overgaan, die de pogingen tot oprichting van een centrale liberale kiesvereniging gaarne aan jongeren overliet en die "de Grondwet" op waardige wijze wilde laten ophouden te bestaan. Mr. D.A. Berdenis van Berlekom was en bleef zijn hele leven een gematigd liberaal en wellicht door die gematigdheid behoorde hij tot de prominente personen uit het maat schappelijk leven van de Zeeuwse provinciehoofdstad. In 1878 werd hij gekozen tot lid van de provinciale staten en na 1887 was hij gedeputeerde van Zeeland. Hij overleed na langdurig lijden in 1892. b. Mr. W.C. Borsius, 1826-1883 Mr. W.C. Borsius was de zoon van Jacobus Borsius en Helena Johanna Albertina van Manen. Willem Christiaan werd op 29 augustus 1826 in De Bilt geboren en woonde vanaf 1833 te Middelburg. Na zijn rechtenstudie te Utrecht was hij in Middelburg woonachtig en bekend als advocaat, koopman en scheepsreder5. Borsius was mede-oprichter van "de Grondwet" en bestuurslid in de jaren 1861 tot 1871; de laatste zeven jaren van die periode als voorzitter. Bij de uitbreiding van de mogelijk heid tot het aannemen van leden tot alle kiezers uit het hoofd-kiesdistrict Middelburg in 1870 was hij dus direct betrokken. Helaas werd uit de notulen van de ledenvergaderingen niet duidelijk van welke aard de bestuurscrisis in 1866 is geweest. Waarschijnlijk moest Borsius in dat jaar aftreden volgens rooster. Vervolgens vonden de kamerontbinding en verkiezingen plaats, terwijl men in het bestuur het nog niet eens was over de persoon van de aan te wijzen voorzitter. Niemand bleek bereid om de aanbevelingsadvertentie voor de verkiezingen te ondertekenen. Toen de politieke storm wat was geluwd besloot men mr. Borsius opnieuw als bestuurslid en voor een tweede termijn als voorzitter te vragen. Al met al was aan het eind van 1866 onduidelijk of Borsius nog wel bestuurslid en wie er toen voorzitter was6. Wegens zijn verdiensten voor het openbaar volksonderwijs werd Borsius in april 1876 samen met mr. D. van Eek en mr. C.J. Pické benoemd tot erelid van de "Vereeniging tot bevordering van Volksonderwijs in het westelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen"7. Gedurende de latere jaren van zijn leven was hij lid der eerste kamer. Er werd geen antwoord gezocht op de vraag in hoeverre hij aldaar voor liberaal is doorgegaan. In vergelijking tot Van Berlekom, een notabele van plaatselijke en regionale betekenis, was Borsius een aanzienlijke van grotere allure; maar niet zo groot dat biografisch materiaal eenvoudig kon worden gevonden. Hij overleed op I oktober 18838. c. Mr. G.A. Fokker, 1811-1878 Uit het huwelijk van Abraham Fokker (koopman en leerlooier) en Maria Adriana 't Hooft werden drie zoons geboren. Anthonie Herman Gerard was daarvan de oudste in jaren en diens zoon Eduard (geboren in 1849) zou een belangrijke rol spelen bij de pogingen tot oprichting van een centrale liberale kiesvereniging te Middelburg in 1879. De tweede zoon van Abraham Fokker was Abraham Adriaan, die na zijn studie medicijnen te Leiden een aantal belangrijke functies vervulde in het maatschappelijke leven van Middelburg, met name als inspecteur staatstoezicht geneeskundige wetten; ook was hij herhaalde malen voorzitter van het Zeeuwsch Genootschap. Als derde van de drie broers werd op 17 december 1811 Gerrit Adriaan Fokker te Middelburg geboren9. Als vrijwilliger bij de Zeeuwse schutterij maakte G.A. Fokker de tiendaagse veldtocht 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 108