"Fokker was van een uiterst prikkelbaar gestel. De minste hindernis werkte storend daarop terug Criticus in hoge mate, waarheidlievend en ongeveinsd, verloor hij in de samenleving het Veritas odium parit (waarheid is onaangenaam) te veel uit het oog en liet hij zich in zijne gesprekken spoedig woorden ontvallen, waarvan de toon vooral minder aangenaam in de oren klonk. Zijne vrienden, aan dien toon gewend, mochten al zeggen en herhalen, dat hij het niet zoo meende - en dit is werkelijk het geval - voor de groote menigte bleef hij de man. die eer afstootte dan aantrok. Hierbij kwam zijn strak gelaat, als wilde hij daarmee zijne voortreffelijke hoedanigheden voor de wereld bedekken. Zoo werd Fokker, die zijn leven aan Land en Volk grootendeels ten offer bracht, als 't ware door eigen toedoen miskend - miskend door velen, die te verre stonden om door den schelp de parel te zien, daarin verborgen"16. Zo werd over hem geschreven door mr. Ph. van den Broecke, de Middelburgse liberaal van het eerste uur. Een volledige lijst met geschriften van mr. G.A. Fokker werd gevonden bij het "in memoriam" dat werd geschreven door het kamerlid mr. D. van Eek ten behoeve van de catalogus van de bibliotheek die door Fokker werd nagelaten17. d. Mr.C.J. Pické, I83I-I8872' Op 21 april 1831 werd Carolus Joannes Pické geboren opSteenhoven onder Koudekerke, een buitenplaats welke door zijn vader vier jaren tevoren was aangekocht. Hij bezocht het gymnasium te Middelburg en tijdens zijn rechtenstudie te Utrecht, van 1851 tot 1856, behoorde hij tot de meest geziene studenten. In 1856 huwde hij Henriette J A. Schuur- becque Boeije en vestigde zich als advocaat te Middelburg, "waar hij spoedig als een bekwaam en praktisch man bekendheid kreeg, wat teweeg bracht dat hij in I860 tot kantonrechter te Tholen werd benoemd"18. In 1866 maakte hij deel uit van het honderd- dagenministerie van Franssen van de Putte als minister van justitie". In datzelfde jaar volgde zijn benoeming tot officier van justitie te Middelburg20. Daaraan ontleende hij blijkbaar zoveel prestige, dat hij reeds twee jaren na zijn toetreding tot de vereniging als bestuurslid werd gekozen in 1871. Het was uniek, dat iemand die niet betrokken was geweest bij de oprichting van de vereniging tot voorzitter van de "de Grondwet" werd benoemd! Eer. nieuwe officier van justitie te Middelburg, mr. J.W.F. Swaters van Schaumburg, stelde in 1875 voor van de kiezersvereniging een kiesvereniging te maken. Niets wees erop dat Pické de uitvoering van dit idee wenste tegen te werken. Het lag echter voor de hand dat het gezag van de voorzitter op het kritieke moment zou onderdoen voor dat van de belangrijkste oprichter, mr. G.A. Fokker. Formeel was Pické de eerste stuurman op de brug van het schip "de Grondwet". In 1875 was het echter Fokker die, om de beeldspraak vol te houden, als gewoon matroos aan het roer stond en de koers bepaalde. De kiezersvereniging werd als instelling te zeer door één persoon gedomineerd, om Pické als voorzitter tot zijn recht te laten komen. Mr. C.J. Pické werd in 1875 voorzitter van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij en bleef dit tot 1883. Op 1 januari 1879 volgde hij zijn zwager jhr. mr. J.W.M. Schorer op als burgemeester van Middelburg. Pické overleed op 18 maart 1887. 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 110