A. van den Broecke Jz. dr. J.C. van den Broecke. mr. Ph. van den Broecke. dr. M.H. Damme. D. Dronkers. H.J. Dronkers. D. van Es. A.H.G. Fokker. dr. A.A. Fokker. mr. G.A. Fokker. C.H J. van Benthem Jutting. Joh. Luteijn. dr. L.J. de Marée. F. Nagtglas. mr. A.F. Sifflé. mr. S. vanderSwalme. J.J. van Uije. C.J. van Uije. 4. Notulen nr. 2. G.A.M. Dank aan de heer Sijnke, die bereid was mij dit citaat op dicteersnelheid door de telefoon voor te lezen. Excuus aan de lezers voorde anti-climax in het verhaal. 52. Zie bijlage 3.a., die de letterlijke tekst van 1861 weergeeft en bijlage 3.b. met de voornaamste reglementswijzigingen uit de loop der jaren. 53. Reglement, 1858, art. 2. 2. Reglementen. G.A.M. 54. 4. Notulen nr. 6. G.A.M. Deze discussie speelde zich af naar aanleiding van op handen zijnde verkiezingen voor de gemeenteraad. Bij het onderzoek is aan de rol van "de Grondwet" in de gemeente- en provinciale politiek geen systematische aandacht besteed. 55. Middelburg, 26 juni 1861 10. Stukken betreffende verkiezingen. G.A.M. 56. Boogman, Rondom 1848, 159. 57. Middelburg, november 1861. 10. Stukken betreffende verkiezingen. G.A.M. 58. Ibidem. 59. 4. Notulen nr. 13. G.A.M. 60. Ibidem. Dit betekende de samenvoeging van de artikelen één en twee uit het reglement van 1858 en een nieuw artikel één in 1861. Artikel één uit het "Reglement voor de kiezers-vereeniging: Nederland, gevestigd te 's-Gravenhage - De Vereeniging stelt zich ten doel, de benoeming te bevorderen van zulke Vertegenwoordigers voor de algemeene, voor de provinciale en voor de plaatselijke belangen, die door kunde, door verdraagzaamheid, door onafhankelijkheid en zelfstandigheid van karakter, het vertrouwen en de achting hunner medeburgers verdienen, en van wie met grond de opregte en eerlijke uitvoering van de beginselen onzer Grondwet in vrijgevigen zin mag worden verwacht". 7. Stukken betreffende kiezers-en kiesverenigingen, 1853-1866. Coll. 118: Ven. Van Eek. A.R.A. II. 61. In het archief van de kiezersvereniging "de Grondwet" werden geen gegevens aangetroffen, waarmee een schatting gemaakt zou kunnen worden van het percen tage gemeenteraadskiezers onder de leden. Het was evenmin mogelijk dit na te gaan aan de hand van de kiezerslijsten, aangezien die verloren zijn gegaan bij het bombar dement van mei 1940 op de stad Middelburg. 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 127