was bestemd voor de Prins (waarschijnlijk dezelfde die in de Raadzaal
had dienst gedaan). Zij stond in de eerste en grote zaal beneden op de
hoofdverdieping, in het midden van de tafel met het zicht naar Fort Den
Haak. Links van de hoge gast Jonkheer Jan van Borssele, vertegen
woordiger van de Prins in de Zeeuwse provincie en aan de andere kant
de baljuw van Veere, Mr. Lambert Jakob van Tets.
Voor de gelegenheid waren een aantal blakers met waskaarsen opge
hangen om een betere verlichting te krijgen. Er lagen drie tafelkleden
boven elkaar, waartussen gewaste kleden lagen. Bij elke gang van het
menu werd een kleed opgenomen. Er zullen dus drie gangen geserveerd
zijn47.
Gegevens ontbreken om een indruk te geven van bv. versiering en
aankleding van de diverse ruimten in de toren. Bij de komst van Willem
V in 1766 te Middelburg had de stadsfabriek de directie over de maal
tijd48. Aangenomen mag worden dat de Veerse stadsfabriek Jannis van
der Burght, eventueel samen met de vervaardiger van de erebogen, een
bijdrage heeft geleverd voor de tafelversieringen, te meer daar An-
driessen opmerkt dat aan de maaltijd niets was vergeten wat "konst en
pragt" had kunnen uitdenken. Er zal stellig alles gedaan zijn om een
goede indruk op de hoge gasten te maken en het gezelschap op passen
de wijze te ontvangen. Een voorbeeld uit Vlissingen in 1751, toen
Willem IV daar gehuldigd werd, geeft daarvoor alle aanleiding. Een
ongemeen fraai sieraad dat als dessert gediend heeft, stond op de tafel
voor 18 couverts in de Raadkamer, waaraan de Prins was gezeten. Dit
kunstwerk was verzonnen en toebereid door de Amsterdamse meester
in suikerkunstwerken Adriaan Kok. Het zal stellig heel kostbaar zijn
geweest. Het middel- of hoofdstuk stelde een Romeinse offerplaats in
de open lucht voor; ook waren o.a. triomfbogen, een tempel en zeven
helden in "plechtgewaden", verbeeldende de zeven leden van de Sta
ten van Zeeland, aanwezig. In druk verscheen naderhand een uitvoe
rige verklaring van dit sieraad in 14 bladzijden49. In Veere zal ook een
sucrée het dessert zijn geweest, doch in zeer eenvoudige uitvoering.
Bij het drinken op de gezondheid van de ingehuldigde markies werd
o.a. de grote zilveren en vergulde kop van Maximiliaan van Bourgon-
dië, de eerste markgraaf van Veere, gebruikt. Het was in 1751 juist 200
jaar geleden, dat hij deze kop aan de stad Veere had geschonken, een
merkwaardig toeval, waarop zeker het glas eens extra zal zijn gehe
ven50.
Volgens De Stuers werden eind 19de eeuw pogingen door de gemeente
raad gedaan om, in strijd met de zeer duidelijke voorwaarde waaronder
de beker geschonken en aangenomen is, die te verkopen, bij Koninklijk
Besluit verijdeld5Dit voorwerp is voor het nageslacht bewaard en nu
nog in het stadhuis van Veere te zien.
Voor de ontvangst van grotere gezelschappen was de keuken eigenlijk
140