datzelfde jaar werd Jannis van der Burght, timmermansbaas te Veere, aangesteld. Hij zal enige tientallen jaren aanblijven63. Hij zal belast zijn met de uitvoering van de stadswerken, w.o. de pui aan het stadhuis. Door al deze gebeurtenissen heeft men waarschijnlijk afgezien van het plan de hardsteen en het stellen van de pui in Brussel aan te besteden. Op 20 juni 1750 blijkt dat de hardsteenleverantie dooreen Middelburger zou geschieden. IzaakTrevijn kreeg tot eind augustus 1750 daarvoor de tijd. Hij moest ook op zich nemen om de steen te laten bewerken en stellen volgens het destijds goedgekeurde bestek van Hestink. Wat het steenhouwerswerk betreft: Uit de archiefbescheiden blijkt niet door wie het is uitgevoerd, maar er vallen wel een paar namen te noemen van steenhouwers die bij de zaak betrokken kunnen zijn ge weest. Als wij een gissing moeten maken, ligt het meest voor de hand om aan Jan van Valkenburg te denken, aangezien hij enige jaren later ditzelfde werk deed voor de nieuwe Middelburgse stadhuispui; dit trapbordes, naar ontwerp van J.P. van Baurscheit Jr., vertoont grote overeenkomst met het Veerse door Hestink vervaardigde ontwerp. De bewerker van de hardsteen is dus niet met zekerheid bekend. In ieder geval werd met Trevijn overeengekomen, dat hij 200 in augustus 1750 en hetzelfde bedrag in januari 1751 zou ontvangen. Deze bedragen zijn dus veel hoger dan de geschatte 183 van Hestink's kostenraming. Voor het smidswerk zou onderhandeld worden met de smid Van den Boogaart, ook een Middelburger. Over het metselwerk zouden de fortificatiemeesters van Veere nog met Jannis van der Burght, baas Eliassen64 en Trevijn spreken en hun opmerkingen horen. Het daarover uitgebrachte rapport is niet bewaard gebleven. Wel is bekend, dat Trevijn op 7 juli 1751 het restant van zijn rekening heeft ontvangen 109); in ieder geval leverde hij dus de hardsteen voor het Veerse trapbordes. Het midden 18de-eeuwse exemplaar, eveneens met een dubbele op gang met acht treden, siert heden ten dage nog het Veerse stadhuis. De Lodewijk XV pui is van blauw arduinsteen vervaardigd met twee wapenschilden van Oranje (ook beschadigd in 1795) en van Veere, een kunstig gewerkte ijzeren leuning en twee Lodewijk XV vazen, op voetstuk weerszijden. Victor de Stuers merkte in 1893 op dat twee wapenschilden van 1588 geplaatst werden, die van Oranje en van Veere. Dit gegeven zou als bewijs kunnen gelden voor het vermoeden dat de vernieuwing van de pui nodig was door de bouwvalligheid van de voorgaandeWanneer een inhuldiging de aanleiding tot de vernieuwing zou zijn had men het wapen van Willem IV daarin wel aangebracht65. Niet alleen de pui werd vernieuwd. Ook werd, op 23 januari 1751, besloten de eigenlijke ingang tot het stadhuis, de grote toegangsdeur, door een moderne deur te vervangen66. Jannis van der Burght zal 145

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 171