zijden vóór het tafereel geschilderd, dienden des avonds tot zware vuurpijlkokers; zij keren in dezelfde vorm terug als hoofdelementen van het staketsel voor de vuurpijlen, dat aan weerskanten van de boog wordt opgesteld. Deze "sierkolommetjes" met hun vazen worden onderling en met de poort verbonden door een soort balusters, die eveneens bij het vuurwerk dat gaat worden afgestoken, een rol spelen. Op de voorgrond op een voetstuk geplaatst geslingerde ionische kolom metjes, geheel vrijstaand, bovenaan en op hun schacht voorzien van een rad, onderdeel voor het vuurwerk. De vazen en de in voluten eindigende voetstukken herinneren aan de in steen uitgevoerde siervazen en hun voetstukken ter weerszijden van de nieuwe pui. Op dezelfde wijze komt de cartouche van het bordes overeen in idee met de cartouches met verzen van de erepoorten; weliswaar is de vormgeving bij het bordes strakker, gezien het materiaal (steen) en de definitieve bestemming. 9. Tweede erepoort op de markt Totale afmetingen volgens Andriessen 29 bij 14 (moet waarschijnlijk 24 zijn) voeten. De door burgers opgerichte poort met voluten was geheel zandsteen- kleurig geschilderd en vertoont een grote overeenkomst met no. 1Zij is echter wat minder elegant. Daar waar men een kapiteel zou verwachten is alleen aan de binnenzij de van de poort een rocaille? versiering aangebracht, op de tekening bruin van kleur. Verdiept veld op de posten. Bovenop een vergulde pelikaan. Op de hoeken, aan weerszijden van de boog, staan potten, waarin elk een oranjeboom is geplaatst86. Naar de zijde van het stadhuis een tijdvers op lila banderolle. Ook hier, net als bij no. 1, groen latwerk (treillage), waarachter waarschijnlijk levend groen. De groene omleiding op de tekening wettigt het vermoe den, dat het op de tekening wat plomp aandoende bouwsel "belegd" is geweest met groen loof, evenals de binnenzijde van de boog. Wellicht waren de oranjeboompjes uit de kassen ter beschikking gesteld of waren het groene boompjes, versierd met oranje-appelen? Op die ma nier kan het best een fleurig geheel zijn geweest. DE VORMGEVING VAN DE STROOI PENNINGEN Het behoorde tot de gewone wijze van doen om bij de plechtigheid een aantal zilveren penningen uit te strooien87. Dit was o.a. gebeurd in 1581 door Willem I en in 1588 door Prins Maurits88. 156

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 182