Wanneer de vorst de markt oprijdt worden de volgende gedachten hem
meegegeven door een hoogpoort: het beeld van de pelikaan verschaft
de idee van de zelfopofferende liefde en het vers een zinspeling op het
feit, dat hij de 7de markies is. Zeven is het getal van de volmaaktheid en
de heiligheid. Derhalve "verwachten wij hieruit heil voor vorst en
burgerij".
De laatste boog, die bij de inhaling dienst doet en tevens 's avonds voor
het vuurwerk een achtergrond zal vormen, herhaalt nog eens de nodige
oranjebomen en wapenschilden, tropheeën van oorlogstuig en andere
opgebouwd uit voortbrengselen van vrede en welvaart enerzijds, attri
buten van krijg en feest anderzijds, met als centraal punt in dit alles op
een voetstuk geplaatst het monogram van de nieuwe markies, met
daarboven een "keizerlijke" kroon. Waarom Andriessen deze kroon
de benaming geeft van een keizerlijke kroon wordt ook uit de beschrij
ving in het "officiële" gedenkboek niet duidelijk. Wellicht slaat hij op
het feit dat het markiezaat door keizer Karei V is ingesteld.
SLOTOPMERKING
De 19de en ook nog de 20ste eeuw hebben ruimschoots gebruik ge
maakt van erepoorten als versiering bij feesten en speciaal bij hoog
bezoek. Zelden echter werd een samenhangende reeks opgebouwd,
voorzien van zo'n uitgebreide hoeveelheid zinnebeelden. De poorten in
Veere (1751) - eveneens in 1766 toegepast - vormen dan ook een
afsluiting van een aloude traditie onder het Ancien Régime.
160