NOTEN 1. Roeder-Baumbach, Versieringen, 57 2. Nog een laat voorbeeld van "levende sinnebeelden" levert een blijde incomste te Vlissingen op, toen Willem II op 13 augustus 1649 deze stad vanuit Vlaanderen op doortocht naar Middelburg bezocht. Hierbij werden o.a. vertoond: de lieflijke vrede, de vrijheid, de oranjeboom, het wapen van de Prins en de vierjaargetijden. Triumphe ofte Vlissingse Vreught; over hel ontfangen van den Hoog-geboren Prins Wilhelmus binnen de voorgeschreven stede Vlissingen op den 13. Augusti 1649. Vlissingen, 1649. 3. Snoep, Praal en Propaganda. 4. Andreas Andriessen, Jak.Z. Plegtige Inhuldiging van zyne doorlugtigste Hoogheidt, Willem Karei Hendrik Friso, Prinse van Oranje en Nassau, enz., enz-, enz-, als Markgraaf van Vere; op den I Juny des jaars 1751Amsterdam, 1751. Bijzonderheden over Andriessen in Nagtglas, Levensberichten, 1,7. Zijn zoon Jacob Johan Andriessen, medisch doctor en schepen van Vee re, reed mee in de stoet van de Prins. NNBW, 1, kolom 137 en 138. 5. Unger, Catalogus, III, nr. 219. 6. Nederlandsche Jaerboeken, Amsterdam, 1746-1765. 7. De Brakke, Inleiding, 117. 8. Van Holthe tot Echten, Zeeuwse Statenzaal, 9. 9. Meerkamp van Emden, "De Prins en de staat van Eersten Edele", 122. 10. Zie noot 7. 11. Fruin, Staatsinstellingen, 237 12. Smallegange, Cronyk, I, 579. 13. Wijs, Leenstelsel, 87 14. In 1723 liet de Prinses weduwe van Oranje Maria Louisa een brief uitgaan o.a. naar de Staten van Zeeland om het recht van W.K.H. Friso niet tekort te doen. Op de stad Veere na was men het in Zeeland eens over de vernietiging van het markiezaat. Het is opmerkelijk dat deze wens niet eens zo zeer leefde bij het stadsbestuur van Veere. 15. De procedure werd korte tijd na het overlijden van de koning-stadhouder reeds op gang gebracht. Goes deed bv. in 1706 reeds een voorstel daartoe. Over de nalaten schap van Willem III, die Jan Willem Friso als erfgenaam had aangewezen, ontstond een twist. Toen deze laatste in 1711 overleed was de zaak nog niet uitgevochten. Tenslotte kwam er in 1732 een verdrag van verdeling tussen Frederik II van Pruisen en de zoon van Jan Willem Friso, de latere Willem IV, tot stand, waarbij o.m. het markgraafschap aan de Oranjetelg werd afgestaan; nog datzelfde jaar besloten de Staten tot een devasallage. 16. Notulen Staten van Zeeland 1747 - 16 mei. Over de leenopvolging in het markiezaat; zie VerknochtGids, 11 17. "Wij Willem Carel Hendrik Friso... beloven en zweeren bij dezen de waare Gerefor meerde Christelijke religie, weduwen en weesen te beschutten en beschermen, ende van onregt te bewaren de stede ende heerlijkheit van der Veere met de gemene ingesetenen van dien en alle hare regten en statuijten, privilegiën, keuren, handves ten ende usantien te onderhouden en doen onderhouden, deselve te vermeerderen en niet te verminderen en voorts alles te doer., dat een goed getrouw Prince sijnen ondersaten schuldig is te doen: Zoomoet mij God helpen. Gedaan den le Junij 1751 Deze volledige tekst van de eed bevindt zich in de Memorie van de stucken concerne rende de inhulding van den heere marquis van Veere, letter M. Gemeentearchief Veere, nr. 1742. 175

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 201