56. Uit de tijd vóór het markiezaat: bij de huldiging van Anna van Borssele (oudste dochter van wijlen Wolfert van Borssele) werd de eed als Vrouwe van Veere door haar ter puie gedaan en afgeluid met de grote klok; evenzo daarna voor Philips van Bourgondië. Een andere gelegenheid waarbij de pui een centrale rol speelt is de eedsaflegging van de capiteinen van de militie van een binnentrekkend garnizoen. In 1710 bv. diende deze eed aan de Veerse regering vóór de pui van het stadhuis afgelegd te worden. Vlak vóór de komst van Willem IV werd het besluit gewijzigd; als plaats voor de eedsaflegging werd toen het front van het regiment aangewezen, in overeenstemming met hetgeen door Gecommitteerde Raden van Zeeland gebeurde. Vereist heeft getracht het verzoek van de officieren niet in te willigen en het oude gebruik te handhaven, echter zonder resultaat. Nog een recenter voorbeeld van de belangrijkheid van de pui: de bekendmaking in 1747 van het Statenbesluit de Prins tot stadhouder, capitein- en admiraal-generaal van Zeeland te benoemen. De officiële publicatie op 29 april 1747 te Veere geschied de in tegenwoordigheid van alle Veerse regeringsleden, nadat het rode kleed uit de Vierschaar met drie rode kussens over de pui gelegd was. De proclamatie werd overal aangeplakt; 21 kanonschoten werden onmiddellijk na de publicatie gelost. 57. Notulen Veere 1682 - 15 augustus. Gemeentearchief Veere, nr. 8. 58. Andriessen, Inhuldiging, 29. 59. De andere gegadigden waren Jan Capon, Jan van Strijen, Michiel Michielzen en Job Veldhove. 60. De hardsteengroeven bevinden zich in de Zuidelijke Nederlanden. De steenhouwers beschikken daar ook over grote ervaring in het bewerken van dit materiaal. 61. Van Holthe tot Echten, "De stadspomp te Sint Anna ter Muiden", 199. 62. In dat jaar had Hestink ook de supervisie over reparaties aan het Noorder- en Zuiderhoofd en de bogen van de Warwijkse poort (stadsreparaties ten bedrage van meer dan 1000 Vlms). 63. In de verbalen van de Nassause Domeinraad rentambt Veere (A.R.A., No. 9949) wordt Jannis van der Burght als stadsfabriek van Veere ook genoemd in verband met het maken van bestekken en condities. In 1759 ontving hij (volgens de notulen van Veere op 28 juli 1759) een geldelijke beloning wegens toegewijdheid en extra dien sten. Hij stond dus goed aangeschreven. In 1777 zond hij zijn zoon (met dezelfde naam) naar Middelburg om onder toezicht van de stadsfabriek aldaar te werken. Zou de plattegrond van Veere, kort na 1500 of in het begin van de 16de eeuw, door Van der Burght Sr. of door zijn zoon zijn gemaakt? Ermerins schrijft dat de maker van deze plattegrond korte tijd later naar West-Indië vertrok (Ermerins, "Beschrijving der stad Vere", in Zeeuwsche oudheden, V, eerste stuk). 64. Onder zijn opzicht werden de bogen van de Warwijkse brug gerepareerd, toen er nog geen stadsfabriek was (Minuutnotulen Finantiekamer-Veere 8 okt. 1746-16 dec. 1772, Gemeentearchief Veere nr. 289) in het tijdvak tussen Hestink en Charlet. Ook werkte hij aan de zeemuur te Veere. 65. Zie noot 51. 66. De dekens van het timmermans- en metselaarsgilde in Veere hadden in 1745 aange drongen op verandering van de proefstukken voor de a.s. timmermansbaas. Het eiken kruiskozijn was buiten gebruik en mode geraakt. Zij stelden daarom voor, dat de proeve in het vervolg zou bestaan uit de vervaardiging van een eiken schuifkozijn met bijbehorende blinden en ramen naar de "hedendaagse" mode. Burgemeester Huyssen, overdeken van het gilde, bepaalde welke maten dit proefschuifkozijn met toebehoren moest hebben. Zoals vanouds moest ook een eiken carbeel en dito deurkozijn gemaakt worden; ook wat dit laatste betreft werd een aanpassing inge- 179

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 205