vraag over "Vallen en grondbraken in de Zeedyken", waarbij een
afschrift van de reeds te Vlissingen gemaakte beoordelingen meegezon
den wordt24.
In de derde Amsterdamse vergadering, op 9 juli, worden deze stukken
besproken. Gezien de korte spanne tijds die hun gelaten is, en omdat zij
zich niet deskundig genoeg voelen om over zaken betreffende Zeeland
te oordelen wordt besloten zich te conformeren aan de beoordelingen
van de Vlissingse directeuren. Een verslag van deze vergadering wordt
door Ploos naar Vlissingen gezonden. In de notulen van de Vlissingse
vergadering van 30 juli wordt hiervan gewag gemaakt.
In de gecommitteerden-vergadering van 8 januari 1772 wordt Van der
Meulen de voorzitter van het nieuwe jaar. De andere functies blijven in
de oude handen. Hierover bericht Ploos op 9 januari en hij zendt
tegelijkertijd het rapport "Weegens een gevaarlyke Borstwond, door
hem geneezen in de maand July 1771" van de hand van de Amsterdam
se chirurgijn Jacob Santacroos toe. Dit rapport wordt naderhand als
niets nieuws bevattend onder dank doorTjeenk teruggezonden.
De brief van 9 januari 1772 is de laatstbekende van Ploos aan het
Genootschap. Daarin verzoekt hij aan het slot vriendelijk om my ver
ders met geen pakketten, en brieven om verder te bestellen lastig te
vallen; want myn tyd is my te veel waardig om voor zulke bagatellen te
zorgen, veel liever zou ik myn handen en vermoogens oefenen, aan
wezentlyker dingen ten diensten der Maatschappyzo z' my niet te
boven gaan - maar laaten de voorwerpen van myn dienst altyd tot de
kunsten en wetenschappen en het verstand bepaald blyven, tot bood
schappers zal men ligtelyk menschen vinden, ten minsten ik verkies het
niet te doen, de courantiers, postryders enzv. hebben my te veel nooten
op haar zang en me enen dat men zig zeer aan haar verpligt. Ik wil
niemant aan my verpligten: maar wil ook aan niemant my zelve verplig-
ten. Terwyl ik reeds lastige bezigheeden genoeg heb, moet men my van
de rest verschoonen, en hiermeede bepaal ik zelve de instructie van
myn correspondentie, of bedank voorde commissien.
Ik hoope, dat UwEerw of de heeren directeuren van het Genootschap,
my dit alles niet kwalyk zullen neemen, maar gelooven, dat ik ander
sint s in alles tot dienst van ons Genoodschap ben, en wensch te toonen
dat ik geen dood lid: maar een levend deel ben, van een weezen, wiens
lichaam, ik gaarne de hoogste volkomenheid zag beryken.
Of de directeuren te Vlissingen dit openhartig verzoek van Ploos naar
waarde hebben weten te schatten, is onbekend. Men nam dit voor
notificatie aan.
In de vergadering te Vlissingen van 28 april deelt Tjeenk mee van plan
te zijn in mei naar Amsterdam te gaan. Hij zal dan tevens de zes
antwoorden op de prijsvraag over "De natuuronderzoeker" meene
men voor nader advies van de gecommitteerden. Op 30 juni brengt
205