1845 was voortgekomen13. Het liberalisme ontkiemde niet in Middel
burg, maar elders in de provincie.
2. HET LIBERALISME EN DE PERS VÓÓR 18 5 8
Zowel de bespreking van het liberalisme als die van de pers vóór 1858 is
in geografisch opzicht beperkt tot het gebied dat het hoofd-kiesdistrict
Middelburg vormde. Een geruchtmakende krant als de Zierikzeese
Nieuwsbode komt dan ook niet ter sprake. In aansluiting op de vorige
paragraaf wordt onderzocht op welke wijze aan liberale ideeën uiting
werd gegeven voordat de kiezersvereniging "de Grondwet" werd
opgericht.
Als één der eersten verdiende F. van Sorge het om naar voren te
worden gehaald. Hij werd geboren op 11 juli 1830 te Middelburg. Zijn
ouders overleden vroegtijdig en hij werd opgenomen in de koloniën van
de Maatschappij van Weldadigheid. Op twintigjarige leeftijd kwam hij
als kajuitjongen in dienst bij de marine14. Drie jaren later werd hij
aangesteld als adjunct-commies tweede klasse op de griffie van het
provinciaal bestuur in Zeeland en in 1832 kreeg hij daar zijn eervol
ontslag15. Van Sorge was nauw betrokken bij de oprichting van de
Vlissingsche Courant op 2 juli 1834, maar zekerde eerste vijfjaren was
er weinig meer aan de krant op te merken dan dat zij sterke voeling had
met Zeeuws-Vlaanderen16. Op Walcheren, met name te Middelburg,
was de sympathie zeer gering en het aantal lezers het schaarst17. Het
liberale karakter van de Vlissingse Courant kwam in het nummer van 27
augustus 1839 voor het eerst duidelijk tot uiting door het overnemen
van een artikel uit de Arnhemse Courant: "Aan alle vrienden van orde
en vrijheid" van Dirk Donker Curtius. Van Sorge kwam openlijk uit
voor zijn economisch-liberale ideeën. De inspiratie deed hij op bij zijn
vriend Dirk Dronkers en bij mensen die hij kende in Engeland18. Zijn
politiek-liberale artikelen ondertekende hij vaak met "X"; die van
anderen werden anoniem geplaatst of van schuilnamen voorzien. In de
krant werd gepleit voor rechtstreekse verkiezingen, ministeriële ver
antwoordelijkheid, zuiniger beheer, gelijkmatiger verdeling van lasten
en staatkundige voorrechten en meer vrijheid op godsdienstig en onder
wijsterrein. Met ingang van november 1843 werden deze gedachten
verwoord door een "kransje van jeugdige juristen, die zoo al niet onder
bepaalde leiding stonden van Donker Curtius, dan toch voor hem
groote waardering hadden en wederkeerig door hem werden 'en amitié'
genomen en, in zekeren zin, geleid..."19. Hoewel de Vlissingsche
Courant sinds eind 1839 de naam had een zeer heftig oppositieblad te
zijn, was dit tot de laatste helft van 1846 maar zeer betrekkelijk.
Van Sorge bracht vooral het economisch-liberalisme onder woorden en
27