betrokkenen stemden toe, waarna werd overgegaan tot het bespreken van het ontwerp-reglement. Dr. J.C. van den Broecke stelde voor een naam of motto aan te nemen. Als suggestie bracht hij naar voren de "Grondwet van 1848". Mr. G.A. Fokker noemde de "Weegschaal" en H.P. Abrahams "Vertrouwen". De meerderheid van de vergadering besloot dat "de Grondwet" de meest geschikte naam was, die ook bekend gemaakt zou worden in de Middelburgsche Courant49. Twee dagen later kwam men weer bijeen om eerst de leden van het bestuur definitief te benoemen. De heer mr. Ph. van den Broecke (broer van dr. J.C. van den Broecke) was afwezigen in zijn plaats koosde vergadering F. Nagtglas. Bij zijn verkiezing verklaarde mr. D.A. Berdenis van Berlekom bedenkingen te hebben "om te zamen met den heer Fokker deel uit te maken van het bestuur, welke zwarigheid echter door de vergadering" niet werd gedeeld. Van Berlekom moest toen wel. Daar mee bestond op 31 mei 1858 het bestuur van de kiezersvereniging "de Grondwet" uit mr. G.A. Fokker (voorzitter), F. Nagtglas (secretaris) en als leden de heren mr. D.A. Berdenis van Berlekom, Joh. Luteyn en J.J. van Uije50. Maar wat besloot men nu te doen bij de verkiezingen, want daar was het uiteindelijk allemaal om begonnen!? Op 31 mei 1858 vroeg de voorzitter "of de vergadering dadelijk wil aanvangen, hetzij nu, hetzij in eene volgende vergadering, met het verkiezen van een kandidaat voor lid der tweede kamer ter vervanging van den heer Slicher die dit jaar aftreedt' Na een na langdurige discussie werd besloten, dat de vereeniging aan deze verkiezing geen deel zal nemen, "juist daarom dewijl vele kiezers niet zijn ingenomen met de houding van de heer Slicher in de laatste jaren"51. Bepaald niet revolutionair. Naar buiten toe wilden de leden van het "hof van de commissaris" en liberale burgers geen onenigheid tonen. Zelfs een voorstel om aan de heer Slicher een brief te schrijven waarin hij werd aangespoord, "meergetrouw te blijven aan de constitu tionele beginselen" werd afgewezen. Een voorstel van Dirk Dronkers om de leden van de vereniging vrij te laten om kiezers als lid te introduceren verkreeg niet voldoende instemming. De Middelburgse kiezersvereniging "de Grondwet" was van oorsprong liberaal, maar al direct bij de oprichting deden conservatieve elementen zich sterk gelden. De geschiedenis van de kiezersvereniging liet zich in de eerste plaats aflezen uit de reglementen. Voor "de Grondwet" werden deze vast gesteld in 1858, 1861, 1870, 1875 en 1879. Wijzigingen die tussentijds werden aangebracht waren meestal van ondergeschikt belang en wer den ook lang niet altijd in het archiefexemplaar aangetekend. Het was zo goed als ondenkbaar dat men de eigen regels zou ontduiken. De voorzitter van de vereniging was altijd een jurist; in de loop der jaren 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 55