de posities toonden zij weinig behoefte aan modernisering van hun
partij. De affaire Nagtglas en de discussies binnen de vereniging naar
aanleiding van de reglementswijziging van 1870 toonden enige ver
deeldheid onder de leden van 'de Grondwet" en waren voorboden van
de tegenstelling tussen oud- en jong-liberalen in de jaren zeventig.
Van 1871 tot 1876 rustte op voorzitter mr. CJPické de zware taak om
aan de kiezersvereniging leiding te geven. Mr. G.A. Fokker had zijn
kamerzetel overgedaan aan mr. J.P.R. Tak en was na 1870 weer ruim
schoots in de gelegenheid zijn Thorbeckeaanse en oud-liberale op
vattingen in de vergaderingen van "de Grondwet" te ventileren. In
november 1872 was een nieuwe officier van justitie te Middelburg, mr.
J.W.F. Swaters van Schaumburg, tot de vereniging toegetreden en het
volgende jaar werd duidelijk dat daarmee een nieuwlichter was binnen
gehaald. Hij wenste in de eerste plaats (her-)invoering van ballotage en
ten tweede de toelating van niet-kiezers als lid met uitsluitend het recht
van deelname aan de beraadslagingen en het doen van voorstellen in de
vergaderingen. Het recht tot medestemmen over zaken en/of personen
zou hun moeten worden onthouden80. Het bestuur, dat maar een stapje
op deze weg wenste mee te gaan, bracht in de vergadering van 13
januari 1875 als voorstel naar voren dat de niet-kiesgerechtigden alleen
zouden worden toegelaten bij de bespreking van kandidaten voor het
lidmaatschap der tweede kamer, "omdat de ondervinding nu reeds
leert, dat er te veel bezwaren van persoonlijken aard verbonden zijn
aan het vrij bespreken van kandidaten voor den gemeenteraad en de
provinciale staten"81. De heer Fokker verklaarde niet te begrijpen
waar het compromis van het bestuur toe dienen moest en geheel tegen
het voorgestelde te zijn. De heer Swaters deelde Fokkers bezwaren
tegen het compromis, dat zijn oorspronkelijk voorstel verlamde. Als
opponent van de heer Fokker bracht hij naar voren, "dat overal waarin
het reglement het door hem voorgestelde is opgenomen, de toelating
ook bij bespreking van kandidaten voor den gemeenteraad en de pro
vinciale staten is aangenomen"82. Het officiële bestuursvoorstel werd
gelouterd en teruggebracht tot de zuivere vorm zoals door mr. Swaters
oorspronkelijk ter berde was gebracht. Met 7 tegen 1 stem besloot de
vergadering dat artikel 2 van het reglement zou luiden: "Tot leden
worden aangenomen 1Zij die bevoegd zijn kiesregt uit te oefenen in
het hoofd-kiesdistrict Middelburg en voor zooveel de verkiezingen van
den gemeenteraad van Middelburg betreft, tevens ingezetenen zijn dier
gemeente. 2. Mannelijke ingezeten van voornoemd hoofd-kiesdistrict,
die den ouderdom van 23 jaren hebben bereikt".
Kortom, selectie van personen die toegelaten werden tot de vergade
ringen door middel van ballotage en de openstelling van het lidmaat
schap voor alle mannen van 23 jaar en ouder in het hoofd-kiesdistrict.
44