het kiesdistrict Middelburg (1870) erop gewezen dat de provincie "in den heer Tak een warme voorspraak [zouj hebben van de stoomvaart op Amerika". Het belangrijkste argument voor de keuze van Tak moest naar de mening van Fokker evenwel zijn de versterking van het liberale element in de kamer44. "Aardig mocht het heten, dat hij in September nog als ambtenaar der Kamer de stembriefjes ophaalde in de zaal, waarin hij op het punt stond als lid zitting te nemen"45. De kiezersvereniging "de Grondwet" heeft twee vergaderingen gewijd aan het stellen van de kandidatuur van mr. Tak. Op 7 juli 1870 waren tweeëntwintig personen aanwezig, waarvan voor het eerst een vijftal personen afkomstig waren uit Zeeuws-Vlaanderen. De voorzitter meldde dat naar aanleiding van een circulaire die de vorige maand was rondgezonden, met name aan kiezers in het voormalige vierde en vijfde district, twaalf nieuwe leden zich hadden aangemeld, waaronder elf uit Zeeuws-Vlaanderen. Vervolgens dankte de voorzitter, mr. W.C. Bor- sius, de heer Fokker voor de wijze waarop deze zijn betrekking als kamerlid had vervuld en ging over tot de behandeling van het agenda punt kandidaatstelling. Mr. G.A. Fokker noemde als eerste natuur lijk mr. J.P.R. Tak en wist zich verzekerd van de steun van twee leden uit Zeeuws-Vlaanderen. Verder werden genoemd prof. J.T. Buys, F. Nagtglas en mr. C.J. Pické. Op de vraag van Fokker "of de leden aan de overzijde der Schelde de candidatuur van den heer Pické ondersteu nen, of althans meenen dat zij kans van slagen zouden hebben", werd door een der aanwezigen bevestigend geantwoord. Een besluit kon niet worden genomen. Borsius verklaarde in een volgende vergadering de kandidaten te willen horen "over zeer bepaalde en groote kwestien", maar "Fokker meent dat juist dit hooren op speciale punten leidt tot het mandat impératif, hetwelk hij verderflijk acht". Ook dr. H.J. van Eek achtte dit gevaarlijk en vond het beter dat ieder voor zich informatie zou inwinnen46. Men kon er van op aan dat de gesprekken van politiek bewuste kiezers in het hoofd-kiesdistrict Middelburg gedurende de maanden juli en augustus voor een belangrijk deel zouden worden beheerst door de vraag naar een keuze tussen de protégé van Fokker, de heerTak uit Den Haag en mr. C.J. Pické. Indien mr. J.P.R. Tak nog niet genoegzaam bekend was, hetgeen voor de hand lag, werd hij dat wel gedurende die zomermaanden. Zowel Buys als Nagtglas konden moeilijk als gegadigden voor een kandidatuur beschouwd worden en Pické scheen de eer aan zichzelf te houden. Hij schreef: "- indien de vereeniging overtuigd is, dat de candidatuur van den Heer Tak kans van slagen heeft-lev voorkoming van verbrokkeling van stemmen of verdeeldheid onder de liberalen, (endat ik voor dat geval thans voor de candidatuur niet in aanmer king wensch te komen"47. Het debat in de vergadering van "de Grond wet" op 26 september 1870 had het karakter van een spiegelgevecht. 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1981 | | pagina 81