van de grondwet; zie bijlage 6.a. Dit was hoogstens bedoeld als
"affront" tegenover de Middelburgse aristocratie, want de gedachte
aan revolutie was verre van Van Eek. Op 19 april 1848 werd hem door
het bestuur der stad een schriftelijk blijk van erkentelijkheid gezonden,
"voor deszelfs vrijwillige dienstaanbieding ter handhaving van orde en
rust"64. Met overtuiging stond hij achter plannen met liberale
strekking van een ministerie vertegenwoordigd door de zaak des Volks
toegedane mannen als een Donker Curtius, De Kempenaer en Van
Heemstra ..,"65.
Zoals in hoofdstuk 4, paragraaf 2 werd opgemerkt, betuigde Van Eek
door middel van een opmerkelijke petitie steun aan het ministerie
Donker Curtius in mei 1848. Op de door de regering voorgestelde
grondwetsherziening had hij wel enige kritiek. Het instandhouden van
een eerste kamer achtte hij doelloos: "En toch zingt de Regering weder
het oude deuntje van 1815: wederom fluit men op dezelfden toon, om,
niettegenstaande de gepredikte gelijkheid, eene geld-aristocratische
kaste aan het bestuur te brengen"66. Het vaststellen van de census
"overeenkomstig de plaatselijke gesteldheid" vond hij illiberaal, want
waarom zou iemand die in Middelburg kiesgerechtigd was, dit recht
moeten verliezen bij verhuizing naar Amsterdam? "Het is toch de
gemeente niet die kiest, maar wel de individu"67. Directe verkiezingen
en een goede bezoldiging van de volksvertegenwoordigers in de tweede
kamer maakten als hoofdpunten deel uit van zijn liberale overtuiging.
Mr. D. van Eek, protestant van huis uit, afkomstig uit Zeeuws-Vlaan-
deren en redacteur van een krant die met het buitengewest bij uitstek in
contact stond, liet zich in 1848 in het hoofd-kiesdistrict Sluis en niet te
Middelburg kandidaat stellen. Na zijn verkiezing verhuisde hij naar
Den Haag en liet zich op 21 december 1849 inschrijven als advocaat bij
de hoge raad. In 1850 had hij ieder geval een goede relatie met zijn
achterban. Van Eek schreef een brochure Over de plaatsing eener
regtbank in Staats-Vlaanderen, welke gratis werd verstrekt aan de
geabonneerden van de Zeeuwsche CourantbS. Hij gaf aan om welke
redenen de rechtbank te Goes dan wel die te Middelburg overgebracht
zou moeten worden naar Temeuzen en kon daardoor allicht bij zijn
kiezers in Zeeuws-Vlaanderen een wit voetje halen. Bij de eerste ver
kiezingen volgens de nieuwe kieswet werd Van Eek bij eerste stemming
met ruim 62% van de geldig uitgebrachte stemmen gekozen.
In menig opzicht was de liberale Zeeuw een kleurrijke verschijning in
de kamer, van wie men zich kon afvragen: "Maar wie is die kleine
persoonlijkheid met dien vermaarden leeuwekop, met dien goedharti-
gen blik, met die radde tong, met dien oprechten handdruk, met dat
eigenaardig spreektalent, dat slechts teruggeeft wat er in 't gemoed
omgaat en nooit de echo is eener troebele overtuiging?"69.
68