Het is niet bekend in hoeverre De Munck over een planetarium heeft
beschikt. Op een portret van hem komt wel een zo genoemde 'Sphera
Armillaris' voor10, een instrument dat kan bogen op een lange ge
schiedenis. Dit uit ringen bestaande apparaat werd vaak voor onder
wijsdoeleinden gebruikt, en is om die reden regelmatig met een plane
tarium vergeleken. De oudste Engelse planetaria (ook wel 'Orreries'
genoemd) zijn zelfs van een dergelijk ringenstelsel als op een armillair-
spheer voorzien. Ook de Franse 'Sphères Mouvantes' gaan in oor
sprong op deze 'hoepelsferen' terug11
Oorspronkelijk diende het instrument meer als een hulpmiddel bij het
opzoeken van de verschillende hemellichamen tegen de sterrenhemel.
Uit de afbeelding van De Munck valt echter niet op te maken op welk
aspect van dit instrument in zijn geval de nadruk heeft gelegen.
Net zo min laat het zich achterhalen in hoeverre een gezelschap van
natuurwetenschappelijk geïnteresseerden rond de Middelburgse arts
Leonardus Stocke (1710-1775) de beschikking heeft gehad over een
demonstratie-planetarium. De Munck was een der leden van dit 'Ge
nootschap in de Natuur- en Bespiegelende Ontleedkunde', dat vanaf
1734 tot aan het vertrek van Stocke in 1746 gefunctioneerd heeft.
In zijn afscheidrede voor dit Genootschap noemt Stocke slechts inci
denteel enkele instrumenten, zoals de 'Zonnemicroscoop' of het 'too-
verend Electrike Instrument' ('maar naulyks geboren, en Gylieden
tracht het te verbeteren'). Een planetarium wordt in ieder geval nergens
genoemd. Wel roemt Stocke uitvoerig het Observatorium en de 'nau-
keurige meetkonstige werktuigen' van 'onze voortreflyke Boukonste-
naar Jan de Munck'. Afgezien van De Munck moeten echter ook
anderen nog een natuurkundig kabinet met instrumenten hebben be
zeten. Details ontbreken helaas. We moeten het slechts stellen met de
uitbundige toespraak van Stocke, waar deze opmerkt dat 'de lust tot
naspeuring der nutte wetenschappen, by de Middelburgers tans heviger
brand dan ooit'. Zijn rhetorische vraag 'waar elders men by byzondere
persoonen zoo veele werktuigen tot betooging der natuurgronden kan
vinden', mag dan overdreven zijn, een kern van waarheid zal ze toch
wel bevatten12.
Een merkwaardige figuur in de Middelburgse historie is stellig ook Dr.
Johannes Nettis (1708-1777) geweest13. In 1729 begon hij zijn werk
zaamheden in Middelburg als 'part-time' predikant bij de Doops
gezinde Gemeente. Geleidelijk aan breidde zijn belangstelling zich uit
naar de exacte en medische wetenschappen. In 1742 promoveerde hij
tot Medisch Doctor, waarna hij zich vooral op oogziekten speciali
seerde. Vermoedelijk is hij aldus een der eerste medische specialisten
in Middelburg geweest. Als zodanig vond hij ook erkenning door zijn
benoeming tot 'Stads-Oogmeester' in 1745, en door zijn in 1751 van-
76