Tenslotte wordt door Van de Perre zelf het jaar 1783 aangemerkt als het
jaar van ontstaan, in een beschrijving die door hem naar de Hol-
landsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem is gezonden.
(Zie bijlage 1.)
Dat er geruime tijd aan het werkstuk is gearbeid lijkt wel vast te staan.
Voor hedendaagse begrippen zelfs onbegrijpelijk lang. Zo vermeldt Ds.
Krom, dat de 6480 vierkante gaatjes die in de koperen gordel rond het
planetarium voorkomen met een zeer grote nauwkeurigheid en onge
looflijke moeite in platen van massief koper gevijld zijn. Alleen al aan
dit onderdeel zou volgens Krom 'door zekeren Kunst-werkman' ge
naamd Robert een geheel jaar zijn gewerkt2.
Al valt dit bericht wel met een zekere korrel zout te nemen, feit is dat
aan sommige details - zoals inderdaad de koperen ecliptica - bijzonder
veel aandacht is besteed3. In hoeverre deze inspanningen ook een
nauwkeuriger aanwijzing van de planeetstanden met zich mee
brachten, is een vraag die de bouwers daarbij kennelijk niet (te) veel
gesteld hebben.
I DE CONSTRUCTEURS:
a. Joseph van den Eeckhout
Als eerst verantwoordelijke voor het mechanisch gedeelte moet zeker
Joseph van den Eeckhout worden aangemerkt. Van hem is helaas bitter
weinig bekend4.
De 'Chronyk Almanach' noemt hem 'Konstwerker en Horlogemaker'
terwijl het getuigschrift van Van de Perre hem bovendien nog de kwali
ficatie van 'Wis- en Starrekonstenaar' geeft.
Als horlogemaker heeft Van den Eeckhout zich vermoedelijk meer
toegelegd op de verkoop en reparatie van elders gemaakte klokken, dan
op het vervaardigen van eigen nieuwwerk. Er zijn althans geen andere
uurwerken van zijn hand bekend, dan het hier behandelde planetarium.
Wel zou hij in 1784 nog een 'Zonneklok' voor de Middelburgse Staten
zaal hebben vervaardigd, maar deze klok is bij het bombardement in
1940 verloren gegaan5. (Tegenwoordig hangt in de gerestaureerde
Statenzaal een ongesigneerde replica.)
Een dergelijke beperking was overigens voor klokkenmakers niet on
gebruikelijk6. Voor het snijden van nieuwe tandraderen had een
klokkenmaker een nogal kostbare verdeelmachine nodig, en het heeft
er alle schijn van, dat Van den Eeckhout deze niet zelf bezeten heeft.
Hierop duidt al de aanwijzing dat het planetarium 'ten huyze van den
Heere van de Perre' is vervaardigd, maar bovendien treffen we in de
veilingcatalogus van de instrumenten-collectie van Van de Perre (ge-
84