Palm waarschijnlijk dicht bij de waarheid wanneer hij schrijft dat dit 'Konstwerktuig' onder Van de Perre's opzicht, en met de 'voorlichting zyner kundigheden en eigen gedachten' is samengesteld17. Kortom het planetarium zal een produkt zijn van het gemeenzaam overleg tussen de practicus Van den Eeckhout en de opdrachtgever Van de Perre. De kennis van de samenstelling van een uurwerk zal stellig van Van den Eeckhout gekomen zijn, de tandradverhoudingen voor de planeet bewegingen kunnen daarentegen wel door Van de Perre zijn aange dragen18. Overigens claimt Van de Perre zelf maar zeer weinig in het getuigschrift dat hij na de voltooiing van het planetarium aan Van den Eeckhout meegeeft19. Slechts het plan voor de helling en de excentriciteit van de planeetbanen wordt daarin aan Van de Perre toegeschreven, waarbij voor de praktische uitwerking trouwens weer alle lof aan Van den Eeckhout wordt toegezwaaid. Een ding valt daarbij wel op: De grote geheimzinnigheid die er in acht wordt genomen, wanneer het de werking van het planetarium betreft. Uit alle eigentijdse beschrijvingen van het uurwerk blijkt duidelijk, hoe omzichtig Van den Eeckhout te werk is gegaan waar het mededelingen betrof over de technische uitvoering van het mechanisme. We zullen een aantal voorbeelden geven: In de Zeeuwse 'Chronyk Almanach' voor 1791 en 1792 wordt in een - toen zeer populaire - vraag- en antwoordvorm een beschrijving ge geven van het dan juist aan het Zeeuwsch Genootschap geschonken planetarium. Eén van de vragen gaat in op het mechanisme dat de schijngestalten van de maan verzorgt. Op de Vraag: 'Kunt gy my niet eenig denkbeeld van den werking binnen in den wyzergeven? volgt zonneklaar het antwoord: Antw.: 'Volstrekt niet! Dit is een nieuwe uitvinding, waarvan het geheim by den Konstenaar en uitvinder J. van den Eeckhout bewaard word'. Dat een vergelijkbaar mechanisme in vele oude klokken voorkomt, is kennelijk aan de schrijver van de 'Chronyk Almanach' ontgaan20. Een ander voorbeeld komt uit een achttiende eeuwse beschrijving in handschrift21. Ditmaal wordt de constructie bejubeld welke Van den Eeckhout heeft uitgewerkt voor de aandrijving van de planeten. Ook dat lijkt interessant, en men vraagt zich af: Hoe zal het werken? Maar nee, ook nu wordt nergens uitgelegd wat er bij dit mechanisme nu wel zo bijzonder mag zijn. Integendeel, we lezen slechts dat een en ander zó vernuftig is uit gedacht, en zó subtiel is uitgevoerd, dat zelfs 'het naulettendst oog de wyze hoe het werkt' niet zal kunnen ontdekken. Althans... niet zonder 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 118