'zonder toen nog voorzien te zijn van deszelfs kostbaare kas en andere fraaije ornamenten of versiersels,... dacht ik naauwlyks anders, of er zou, door één of ander kundig Liefhebber, in het kort wel eenige Beschryving, voorzien van de noodige plaaten, van dit Kunststuk worden uitgegeeven. En het heeft my lange verwonderd, dat zulks niet geschied zy. Te meer, omdat ik wel eens, by eene of andere gelegenheid, in gesprekken bemerkte, dat dit den Edelen Bezitter van hetzelve niet onaangenaam zou geweest zijn'. De ware oorzaak heeft Krom nooit kunnen bevroeden. Daar komt nog bij dat Van de Perre een andere uitgave waarschijnlijk eveneens heeft tegengehouden. Aan zo'n andere uitgave is namelijk wel gewerkt. In de inleiding tot dit verhaal zagen we reeds dat Krom in zijn voorwoord van een dergelijk project melding maakt, juist omdat hij verwachtte, dat in dit geschrift ook op het 'Binnenwerk' van het planetarium zou worden ingegaan. Trouwens, ook de 'Cronyk Almanach' vermeldt dit (toen al opge geven?) plan voor een uitvoerige publicatie21. Men had - aldus de Almanach - een 'volkomen beschryving, met de daartoe betrekkelyke platen, gewagt uit de pen van den kundigen Jacobus de Mareeuw, koopman te Middelburg, by wien dezelve zoo men zegt, voor handen is'. Waarom is deze publicatie dan niet doorgegaan? Het antwoord op deze vraag ligt vermoedelijk besloten in een bundel handschriften met betrekking tot het planetarium, welke bewaard wor den in de Provinciale Bibliotheek van Zeeland te Middelburg22. Deze bundel bestaat uit een aantal onderdelen. Allereerst bevat ze een copie van de verhandeling, zoals die bij de Hollandsche Maatschappij is ingediend, mét de originele tekeningen van de hand van de Middelburgse stadsarchitect. Een tweede beknopte beschrijving, gebaseerd op dezelfde tekeningen, maar in een ander handschrift dan de eerste, kan een gelijktijdig met de eerste beschrijving vervaardigde verhandeling zijn. De eerste is dan kennelijk verkozen om aan de Hollandsche Maatschappij te worden toegezonden. Een derde stuk in deze bundel bestaat uit enige notities, die gezien de inhoud, vervaardigd zijn met het oog op een met het planetarium gehouden voordracht. Misschien dat deze notities van Ds. H.J. Krom afkomstig zijn. Het allergrootste gedeelte van de bundel wordt echter gevormd door een handschrift dat kennelijk voor de drukpers is voorbereid. Wanneer nu dit stuk van Jacobus (de) Mareeuw afkomstig is, dan is de oorzaak van het niet verschijnen wel duidelijk23. Zeker, wanneer we deze tekst bezien tegen de achtergrond van de (in deze bundel zo hardnekkig afwezige) commentaren van de Hollandsche Maatschappij der Weten schappen. 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 127