De werkelijk gemiddelde synodische maanomloop is 29 dagen, 12 uren,
44 minuten en 3 seconden, 29,5306 dag), zodat na verloop van tijd de
aanwijzing van de maangestalten hier wat gaat voorlopen.
In de minutenwijzer is op een eveneens cirkelvormig gedeelte de La
tijnse spreuk: 'Vigilate et Orate Quia Nescitis Diem Neque Horam'
aangebracht, welke vertaald luidt: 'Waakt en bidt, want gij weet dag
noch uur'. Oorspronkelijk werd deze spreuk door een contragewichtje
horizontaal gehouden. Tegenwoordig is de stand ten opzichte van de
wijzer gefixeerd.
B. De wijzer voor de dagen van de week
In de westwand recht tegenover de klok bevindt zich een wijzerplaat,
waarin as h uitkomt, welke eenmaal per week rondgaat. De hierop
bevestigde wijzer wijst bij elke rondgang de opeenvolgende weekdagen
aan. die op de wijzerplaat staan aangegeven als: Dies Solis (zondag),
Lunae (maandag), Martis (dinsdag), Mercurii (woensdag), Iovis (don
derdag), Veneris (vrijdag), en Satumi (zaterdag). Elke dag is dus ver
bonden met de naam van een der planeten, de zon en de maan.
De bij deze hemellichamen behorende astronomische symbolen zijn
eveneens op de wijzerplaat aangegeven. Verder zijn op de ring 7 x 24
deelstrepen geschilderd, zodat de afstand tussen twee opeenvolgende
symbolen in 24 uren is verdeeld. Voorts zijn bij de symbolen de letters
MN (Middernacht) en M (Middag) aangebracht, zodat de eenparig
rondgaande wijzer ook hier, zij het bij benadering, het uur van de dag
aanwijst.
C. De wijzer voor de dagen van het jaar
In de noordwand is de derde wijzerplaat aangebracht,waarin worden
aangegeven:
1de dagen van het jaar
2. de tijden van zons-opkomst en ondergang
3. de zonshoogte (declinatie)
4. de tekens van de dierenriem waarin de zon zich bevindt
5. en tenslotte de zgn. kalendergegevens, nodig ter berekening van
toekomende kerkelijke feestdagen (e.d.). Dit zijn
a. de Zondagsletter
b. de Zonnecirkel
c. het Guldengetal
d. de Epacta.
De betekenis van deze kalendergegevens is nader aangegeven in
Bijlage 4.
106