De vier eerstgenoemde grootheden worden gelijktijdig door één wijzer aangegeven. Deze wijzer is bevestigd op as i, welke in een periode van 364 dagen rond draait. Als gevolg van deze 52-weekse periode maakt de wijzer in een jaar van 365 dagen 1 ƒ304 omwenteling te veel, hetgeen een jaarlijkse miswijzing van 1 dag oplevert. In een schrikkeljaar zijn dat er zelfs twee. Bij een beschouwing van de wijzerplaat blijkt dat deze de dagen van 1 januari tot en met 30 december aanwijst, zodat op 31 december (en op 29 februari in een schrikkeljaar) de wijzer één etmaal teruggezet moet worden. Hierin is door de maker voorzien door de wijzer via wrijvings- of slipkoppeling op as i te laten meevoeren. Voor de kalendergegevens (ook wel de 'Chronologische Cirkels' genaamd) zijn in de wijzerplaat vier rechthoekig uitgesneden venster tjes aangebracht, waarachter de betreffende letters of getallen zicht baar zijn. Deze kalendergegevens veranderen bij de aanvang van ieder volgend jaar, zodat de schijven waarop deze tekens geschilderd zijn op de eerste dag van het nieuwe jaar één teken verzet moeten worden. Dit verzetten dient met de hand te geschieden, vanuit de kast achter de wijzerplaat. 4. De imitatie van de planeetbewegingen Het eigenlijke planetarium bevindt zich bovenop het deksel van het voetstuk. In dit planetarium worden de bewegingen van de eerste zes planeten in ons zonnestelsel nagebootst. Niet alleen is daarbij de om loopstijd van iedere planeet in zijn baan om de zon weergegeven; ook de helling van elk der planeetbanen is geïmiteerd, terwijl bovendien aan de ellipsvorm en de uitmiddelpuntigheid van de planeetbanen de nodige aandacht is besteed. Alvorens we de tandwielkast voor de planeet aandrijving behandelen, bezien we eerst de wijze waarop de planeet banen in dit planetarium zijn gerealiseerd. A. De planeetbanen De planeetbolletjes zijn bevestigd op verticale stangen, de planeet dragers. Deze planeetdragers zijn aan de onderzijde voorzien van loop rolletjes, die op vrijwel cirkelvormige koperen banden kunnen rond bewegen. Aan de bovenzijde zijn deze koperen banden hellend uitge voerd, zodat de planeetdragers en de daarop bevestigde planeten slechts kunnen bewegen in een door deze banden gecommandeerd hellend baanvlak. Uiteraard is de hellingshoek van elk baanvlak ge kozen in overeenstemming met de uit de astronomie voor iedere planeet bekende waarde. (Zie tabel 2, kolom 2.) 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 137