'planetarium volgens het stelsel van Copernicus' tegenkomen, 'uit
gevonden' door Jan van den Dam, een autodidact die in Amsterdam
enige jaren lessen verzorgde in de Newtoniaanse natuurkunde8. Ook
dit planetarium (door Van den Dam de 'Sphaera Perfecta' genoemd)
blijkt weer gebaseerd te zijn op het principe van de dubbel-conische
aandrijving. Een bewaard gebleven exemplaar uit 1756 onthult ons de
door Van den Dam toegepaste tandradverhoudingen, en deze blijken
op verschillende punten af te wijken van de getallen, zoals die door
Kepler, Römer of Huygens gebruikt zijn9.
Ook een in 1735 uitgegeven beschrijving van Römers planetarium,
waarin de bewerker P. Horrebow enkele nieuwe tandradverhoudingen
suggereert, lijkt Van den Dam's werk niet te hebben beïnvloed10; een
zelfstandige 'inventie' door Jan van den Dam van het dubbel-conische
principe behoort aldus zeker tot de mogelijkheden. Zelf acht Van den
Dam het in ieder geval belangrijk genoeg om er bij de Staten van
Holland en West-Friesland octrooi voor aan te vragen1
Bij het voorgaande dient overigens wel te worden opgemerkt, dat Van
den Dam niet de eerste Nederlander is geweest, die zich na Huygens
met de vervaardiging van planetaria heeft bezig gehouden. Integendeel,
in zijn belangstelling voor astronomische raderwerken stond hij zeker
niet alleen. Wel is Van den Dam de eerste die in de Nederlanden het
dubbel-conische systeem toepast. Andere contemporaine planetaria
hebben een meer complexe tandwielaandrijving, en vallen daardoor
buiten de hier gehouden vergelijking12.
Geheel los van de ontwikkelingen op het vasteland van Europa staat het
werk van de Engelse autodidact Benjamin Martin (1704/5-1782), een
bekend popularisator van de natuurwetenschappen in Groot-Britan-
nië '3. Ook Martin ontwerpt weer een planetarium volgens het dubbel-
conische systeem, met opnieuw eigen tandradverhoudingen. (Zie tabel
5.) In een uitvoerige studie is door Millburn voldoende aannemelijk
gemaakt dat ook Martin weer geheel zelfstandig tot dit ontwerp is
gekomen, zonder voorkennis van het werk van anderen14. We leven
dan in 1747, anderhalve eeuw na Kepler, de eerste uitvinder. Deze
keer is het echter wel de laatste maal dat het dubbel-conische plane
tariumsysteem 'ontdekt' behoeft te worden. Gedurende zijn leven zal
Martin van zijn planetarium een veel verkocht succesnummer maken,
waardoor het systeem een grote verspreiding krijgt, en door vele in
strumentmakers wordt nagevolgd. Ook het planetarium in het Zeeuws
Museum is grotendeels op Martin's ontwerp terug te voeren, hetgeen
overigens in het Latijnse opschrift op het planetarium wordt erkend.
Dit opschrift op Van den Eeckhout's werkstuk vermeldt overigens ook
nog een tweede 'uitvinder', wiens werk zou zijn nagevolgd.
119