X. BIJLAGEN
OUDSTE BESCHRIJVING VAN HET PLANETARIUM
(Door Mr. Van de Perre in 1787 ter beoordeling ingezonden aan de Hollandsche Maat
schappij der Wetenschappen te Haarlem.)
Beschrijving van een Planetarium (PL. I), ingerigt na het voorschrift van de Heeren
Martin Ferguson verbetert met den excentriquen loop der planeeten en derzelver
Noorder- en Zuijderdeclinatiën. zo als het zig uitwendig vertoont in de nevensgaande
plaat I, waar in A aantoont de wijzerplaat met uuren, minuten seconden van het
uurwerk dat het geheele planetarium doet bewegen, hetgeen voor de stof en andere
schadelijkheden bewaart ingeslooten word door de stukken B.C.D. &a, terwijl het van
boven in E over zijne gantsche oppervlakte gedekt is door een glaze raam, dat te gelijk het
ligt op het gantsche werktuig toelaat. In F is een compas om het werktuig wel te plaatsen,
men vind het in zijne doorsnede PL. Ill lett. S.
PL. II.lil
lelt.
ABCDEFG
PL. 11.
lelt.
H1KL
I. Het Planetarium vertoont vooreerst alles, wat gewonelijk op zulk een Kunsstuk
gevonden word:
te weeten
1De Zon met de Hoofdplaneten
ade Zon, deze draaijt om den as in den tijd van 25'A dagen.
b. de Aarde heeft een omloop om haren as in een etmaal.
De as van de aarde heeft eene helling van 62!/2 graad. Ook is zij zich zelfs altoos
paralel, houdende zich de Noordpool altijd naar het Noorden. Vandaar zijn zicht
baar voor het oog:
de equinoctiën
alsmede de solstitia
Voorts ook het onderscheid van de saisoenen en van de korste en lange dagen.
c. Jupiter vertoont zich met zijn banden.
d. Satumus met zijn ring.
2. De planeten staan in evenredigen afstand van de zon in zulke deelen waarvan de
afstand der aarde 10 heeft.
De Zon zie A staat in het midden
Mercurius B staat af van de zon 4 deelen
Venus C 7 deelen
Aarde D 10 deelen
Mars E 15 deelen
Jupiter F 52 deelen
Satumus G 95 deelen
ui. 3. Men ziet de planeten op hunne bijzondere plaats in den dierenriem, dat is de Lengte
der planeten welke waargenomen wordt door een (Konstig) Koperen traliewerk
bestaande in vierkante ruitjes langs den dierenriem, welke elk een graad uijtmaken.
4. Men vindt op een zeer gemaklijke wijze den periodischen synodischen omloop der
planeeten, door dien men weet dat elke omdraaijing, waar door men de planeten in
beweging brengt, dezelve een week of 7 etmalen van plaats doet veranderen. Zo men
nu gemakshalven, alle de planeeten in een regte lijn stelt bij voorbeeld zoo, dat ze alle
uijt de aarde en uijt de zon gezien worden in het Lentepunt zo behoeft men de
omdraaijingen waardoor men de planeten in beweging brengt slegts te tellen. Zo zal
zich de Periodische en Synodische omloop van eiken planeet van zelf ontdekken.
5. Men ziet de conjuncties en opposities der planeten. Dit word in 't rondlopen der
planeeten opgemerkt, en blijkt uijt derzelver Synodischen omloop.
128