compleet Planetarium, zoo dat men hier ook van een zeer goed gebruijk kan maken om de voortgank en bijsondere omloopen van yderen Planeet en ook derselver maanen of satelliten waar te neemen. Daar na zet men alle de planeeten weederom op haar waeren Plaats, en maakt deselven vast als ook haaren loopbaanen en hellingen, en is als dan wederom gesteld volgens het systema van Copernicus. B1JLAGE4 DE CHRONOLOGISCHE CIRKELS (Zondagsletter, Zonnecirkel, Guldengetal en Epacta) Op de noordelijke wijzerplaat van het planetarium worden vier kalendergegevens of Chronologische cirkels vermeld, welke vroeger belangrijke hulpmiddelen waren bij het opstellen van de kalender. Met behulp van deze gegevens kan bijvoorbeeld voor ieder jaar de datum van de Paas-zondag worden berekend. Alvorens deze berekeningswijze nader toe te lichten volgt hier eerst de betekenis van de afzonderlijke letters of getallen. a. De Zondagsletter (litteradominica) De zondagsletter geeft aan op welke data de zondagen van het jaar vallen. Daartoe worden alle dagen van het jaar gemerkt met de zeven letters A t/m G. Het begin van deze reeks wordt vastgelegd door de eerste zondag van het jaar. Begint het jaar met een zondag, dan is de zondagsletter een A; is het bijv. pas op 3 januari een zondag, dan is deze letter een C, enz. Alle zondagen van het jaar zijn dan met deze zelfde zondagsletter gemerkt. In een schrikkeljaar wordt de letter van 28 februari op 29 februari herhaald, zodat een schrikkeljaar twee zondagsletter bezit. Voor 1 maart geldt dan de eerste, daarna de tweede. In het jaar waarin het planetarium voltooid is (1786), was deze letter een A. (Zie afb. 5.) b. De Zonnecirkel Na iedere periode van 28 jaar zal een bepaalde datum weer op dezelfde dag van de week vallen. Dit tijdvak wordt de zonnecirkel genoemd, leder jaar kan daardoor met een van de getallen 1 t/m 28 worden voorzien, waarbij jaren met eenzelfde rangnummer in deze cyclus dezelfde dag-datum relatie kennen. In de Juliaanse tijdrekening bestond er een vaste relatie tussen het rangnummer in de zonnecirkel en de opeenvolgende reeks zondagsletters, maar in de Gregoriaanse onze) tijdrekening verschuift de zondagsletter ten opzichte van het rangnummer in die eeuwja ren, waarin de schrikkeldag wordt overgeslagen, dus in 1800, 1900. 2100, 2200. enz. In dit planetarium is de vaste (Juliaanse) relatie aangehouden, doordat de zondagsletter en het rangnummer van de zonnecirkel op eenzelfde schijf zijn geschilderd. Deze dient dus na genoemde eeuwjaren te worden overgeschilderd, hetgeen bij de restauratie in 1972 geschied is. c. Het Guldengetal of Maanecirkel Omstreeks 430 v. Chr. is door Meton ontdekt dat na 19 zonnejaren de volle maan en de nieuwe maan weer op dezelfde dagen van het jaar vallen. Deze cyclus wordt wel de maanecirkel of cyclus van Meton genoemd. De maan doorloopt in deze periode (19 x 365,25) 29,53 235 gehele omlopen of lunaties. Het in Romeinse cijfers geschreven Guldengetal geeft aan hoevereen bepaald jaar in deze cyclus is, welke aanvangt wanneer het op 1 januari volle maan is. Dat was het laatst het geval in 1976, toen het Guldengetal 133

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 163