12. Zo ook de befaamde 'Leidsche Sphaera', een omstreeks 1670 vervaardigd planeta
rium waarvan door King Millbum ten onrechte wordt beweerd dat het ontwerp
ervan lijkt op het mechanisme van Romer. Over dit in oorsprong Rotterdamse
planetarium, dat naar berekeningen van Nicolaas Stampioen is samengesteld door de
in Arnemuiden geboren horlogemaker Steven Tracy, verschijnt binnenkort een
uitvoerige studie van de hand van mevr. E. Dekker, wetenschappelijk medewerker
aan het museum Boerhaave te Leiden. In dit museum is de genoemde 'Leidsche
Sphaera' thans opgesteld. (Vgl. King Millburn 1978, 213, en vriendelijke medede
ling van Museum Boerhaave te Leiden.) Voor andere planetaria (of hun vervaardi
gers) uit deze periode zie: Van Wijk 1928, Rooseboom 1950 en King Millbum 1978,
hoofdstuk XIII. Dat het astronomisch raderwerk zich aan het begin van de achttien
de eeuw in de belangstelling van velen mocht verheugen, wordt ook nog duidelijk
geïllustreerd door de talloze octrooi-aanvragen betreffende door raderwerk aange
dreven hemel- en aardglobes. (Zie Doorman 1940, register s.v. 'Globe'.)
13. Zie voor zijn levensbeschrijving: Millbum 1976.
14. Zie: Millbum 1973. Overigens is er tussen het werk van Jan van den Dam en
Benjamin Martin wel een aardige parallel aan te wijzen. Beiden waren als privaat
docent werkzaam voor gezelschappen van geïnteresseerde leken. Beiden erkenden
daarbij het belang van een planetarium voor de uitleg van de 'hemelse verschijnse
len'. Daarin traden zij alle twee in de voetsporen van Jean Theophile Desaguliers
(1683-1744). die hen in het lesgeven voor 'Lieden van allerlei Rang en Beroep, ja
Juffers zelve' was voorgegaan, zowel in Engeland (sedert 1713), als in de Nederlan
den (in de periode 1729-1732). (Zie Van Lieburg 1978.)
Gehinderd door de enorme omvang en kosten van de Grand Orreries', zoals die
sedert het begin van de achttiende eeuw in Engeland werden vervaardigd, had
Desaguliers voor zijn demonstraties zelf een eenvoudiger orrery ontworpen, die hij
bij zijn Nederlandse voordrachten rond 1730gebruikt heeft. Een beschrijvingervan
is in 1732 door een van zijn toehoorders (met instemming van D.) in Amsterdam
uitgegeven. (Desaguliers 1732b.) Kort daarop is door Desaguliers zelf in Engeland
eveneens een beschrijving gepubliceerd. (Desaguliers, 1734; Ned. vertaling. 1736,
17512.) Het optreden van Desaguliers in de Nederlanden (waaronder Middelburg in
1729) heeft een enorme stimulans betekend voor de beoefening der natuurweten
schappen alhier. (Van Musschenbroek 1736 (voorrede); Dekker 1955; Van Lieburg
1978.)
Gezien het optreden van Jan van den Dam kort na het vertrek van Desaguliers, kan
het haast niet anders dan dat ook hij zich onder het gehoor van Desaguliers heeft
bevonden tijdens diens lessen te Amsterdam in 1732, waar hij van diens 'buitenge-
meene Klaarheid en Weergalooze Bekwaamheid in het voorstellen en neemen zyner
Proeven' getuige moet zijn geweest. (Desaguliers, 1732a; Desaguliers 1751 (voorrede
van de uitgever 1. Tirion).
Desaguliers' ontwerp voor een planetarium moet Van den Dam echter niet hebben
bevredigd, waarop in 1738 zijn eigen 'Sphaera Perfecta' ontstaat. Opvallend is
daarbij, dat dit zelfde jaar in Haarlem eveneens een planetarium wordt vervaardigd,
hetwelk duidelijk op een Engels voorbeeld teruggaat. (Nu in de collectie Mensing te
Chicago, zie Van Wijk 1928; King Millburn 1978.) Is ook dit ontwerp een gevolg
van de door Desaguliers opgeroepen inspiratie? Feit is dat in deze periode een aantal
'Wakkere Wijsgeeren een genoodschap tot Haarlem uitmaakende' ter bestudering
van de Natuur- en Sterrekunde samenkwamen. (Van Musschenbroek 1736 (voorre
de); Hooykaas 1977; vergelijk Bierens de Haan 1955, 1-3.)
Heeft Desaguliers in Nederland het nodige aan aktiviteiten op gang gebracht, ook in
Engeland had hij een enorm succes, met vele navolgers. In het voorwoord van zijn
boek uit 1734 claimt hij dat van de 11 of 12 personen, die op dat ogenblik in Engeland
en andere delen van de wereld voordrachten in de proefondervindelijke wijsbegeerte
142