BIJLAGEN 1Hier breekt het handschrift af. Ook in andere versies van deze beschrijving wordt deze naam opengelaten. Wel wordt in het handschrift Mareeuw nog vermeld dat de tekeningen vervaardigd zijn door J. de Feijter, 'Stads-Fabriek te Middelburg'. 2. Aanwezig in twee identieke afschriften in de PBZ (handschriftenverzameling Kon. Zeeuwsch Genootschap 3567). 3. Fragment uit bundel handschriften genoemd in voorgaande noot. en geschreven door een geheel van de rest afwijkende hand. Het betreft hier een les met nu niet meer aanwezige hulpstukken. 4. Zie voor Daniël Radermacher (1722-1803): H.C.M. Ghijsen. "Zeeuwse vrienden van Betje Wolff-Bekker', Archief ZGW 1970, 16e.v. 5. RAZ, familiearchief Schorer, inv.nr. 1017. 6. Het eerste handschrift berust in het Zeeuws Museum, en is afkomstig van het Natuurkundig Gezelschap, dat bij de liquidatie van haar instrumentencollectie in 1917 besloot dit handschrift te schenken aan het Zeeuwsch Genootschap 'dat in het bezit van dit planetarium is'. (Notulen ledenvergadering Natuurkundig Gezelschap, 4 april 1917.Men heeft toen het planetarium van Radermacher verward met dat van Mr. Van de Perre. (Evenals Mr. K. Heeringa in het Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het anderhalve eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middelburg, (Middelburg. 1919), 21.) In het jaarboek van het Genootschap wordt de aanwinst beschreven als 'de beschrij ving van het planetarium des Genootschaps door D. Radermacher van Nieuwerkerk, ontvangen door bemiddeling van de leerling Campert der H.B.S.'. Kennelijk had deze leerling het handschrift aangetroffen tussen het restant van de instrumenten die door de Rijks H.B.S. voor 50,- van het Natuurkundig Gezelschap waren aange kocht. (Zie: Archief ZGW 1918, VilIEr is dan kennelijk altijd voldaan aan de opdracht, die door Daniël Radermacher eigenhandig voor in het manuscript is geschreven, namelijk: 'Dit Boek dienende voor het los beweegbaar Planetarium diend te blijven berusten in de Kas daar het zelve in geplaats is; en mag het zelve, nog geene der Instrumenten behoorende tot de Physicaaan Ymand werden uijtgeleend. als met eene Schriftelijke permissie van den President in der tijd. en onder behoorlijke Recepisse'! Een identiek exemplaar van dit handschrift, alleen doorschoten met extra aantekeningen, bevindt zich in het familie-archief Schorer, inv.nr. 1198 (RAZ). 7. In het Zeeuws Museum wordt nog een vroeg 19e eeuws onderwijzend planetarium bewaard, dat gebaseerd is op dezelfde principes. Dit planetarium is kennelijk een produkt van huisvlijt, gezien de gebruikte zeer eenvoudige materialen, waaronder vingerhoeden en karton. 8. RAZ, Verzameling Radermacher, inv.nr. 3. 9. De instrumentmaker David Reghter zijn we al eerder tegengekomen als de opzichter over de kabinetten van Mr. Van de Perre en de beide Natuurkundige Gezelschappen. (Zie hoofdstuk IV, noot 15.) In het Museum Boerhaave te Leiden wordt nog een klein demonstratie-planetarium bewaard, dat is vervaardigd door zijn vader, de Delftse instrumentmaker Jan Rechter (ook wel: Johannes Reghter) (1730-1801). (vgl. Roose boom 1950. p. 117). Dit planetarium is echter weer gemaakt volgens het vertrouwde dubbel-conische systeem. Over de toegepaste tandradverhoudingen kon het museum helaas geen inlichtingen verstrekken. 10. Afgedrukt bij Van Benthem Jutting 1973, 28. 11. RAZ, familie-archief Schorer, inv.nr. 1198. In ditzelfde archief berusten tevens nog een viertal aanspraken, die Radermacher in zijn functie van President over de beide 'Physica's' heeft uitgesproken 1790, 1794, 1797). 144

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 174