HETZEEUWSCH HERBARIUM (1832-1941)
Het oudste exemplaar in het Zeeuws Herbarium is een grassoort, nl.
reukgras Anthoxanthum odoratum), verzameld in mei 1832 te Middel
burg door W. Blaas. Het muizestaartje (Myosurus minimus) is het
meest recent verzameld, nl. in juni 1941 te Amemuiden doorC. Brak
man. Fig. 5 laat zien, dat in de tussenliggende periode vrij ongelijkmatig
nieuwe vondsten voor het herbarium werden gedaan. De namen in fig. 5
geven aan, welke verzamelaar in een bepaald tijdsbestek zijn/haar
bijdrage aan het herbarium heeft geleverd. Het is opvallend, dat er in de
20e eeuw nauwelijks planten aan het herbarium zijn toegevoegd.
HET HERBARIUM VAN BLAAS. WALRAVEN, DE LAKO'S EN OGTEROP
In eerdere hoofdstukken zijn reeds de namen genoemd van diegenen,
die in belangrijke mate voor het herbarium planten hebben verzameld:
W. Blaas (1811-1877, 346 exx.), A. Walraven 1820-1895, 513 exx.), D.
Lako (1853-1918, 27 exx.), S. Lako (1848-1922, 204 exx.) en Mej. A.P.
Ogterop (1860-1930, 106 exx.) hebben tezamen meer dan 95% van het
Zeeuws Herbarium bijeen gebracht.
In deze rij moet eigenlijk ook worden genoemd R.B. van den Bosch
(1810-1862), van wie 21 planten in het herbarium zijn opgenomen. Van
den Bosch heeft zijn vleugels wat wijder uitgeslagen: in 1845 richtte hij
op de (later Koninklijke) Nederlandse Botanische Vereniging, waarvan
hij tot zijn dood de eerste voorzitter was. Het doel van deze vereniging,
waarvan ook Walraven (1853-1895), D. Lako (1878-1918) en Mej. Og
terop (1892-1905) lid zijn geweest, was de kennis van onze flora te
bevorderen, o.m. door het bijeenbrengen vaneen "Vereenigingsherba-
rium". Het vele materiaal dat Van den Bosch heeft verzameld, had de
weg naar het Rijksherbarium, waarin sinds 1925 het herbarium van "de
Botanische" was opgenomen, reeds gevonden. D. Lako heeft zijn
herbarium rechtstreeks aan het Rijksherbarium geschonken en ook
Mej. Ogterop heeft in de beginperiode van haar directoraat (1892-1932)
regelmatig plantenmateriaal naar het Rijksherbarium gezonden. Dit
verklaart de betrekkelijk geringe inbreng in het Zeeuws Herbarium van
met name de grote Zeeuwse floristen R.B. van den Bosch en D. Lako.
Ook Walraven heeft zeer veel materiaal aan het "Vereenigingsherba-
rium" geschonken. Maar door vele exemplaren in duplo te verzamelen,
kon hij zowel het "landelijke", als het "provinciale" herbarium van
materiaal voorzien. Ook verzorgde hij diverse malen zg. exsiccaten-
collecties: op één vindplaats verzamelde hij een plant in 10-, 20- of (nog)
meervoud. Als hij een redelijk aantal van deze exsiccaten had verkre
gen, liet hij etiketten drukken met de wetenschappelijke naam van de
plant, de vindplaats, vinddatum en naam van de verzamelaar. Deze
5