in centimeters ben ik uitgegaan van de Blooise voet van 30,14 cm die op Walcheren gebruikt werd. De schaal van tekening 2 is ongeveer 1:19,1. De maten van de molen bedragen 8 voet bij 6 voet WA duim: 241x207 cm. Het frame is opgebouwd uit houten balken van 5x5>/2 duim: 12,6x 13,8 cm. Het horizontale tandwiel heeft 60 "cammen" (tanden) en de diameter bedraagt 5 voet 8 duim: 171 cm. De door dit wiel aangedreven stavenwielen tellen 32 staven en hebben een diameter van 3 voet VA duim: 99,2 cm. Door de as van het ene stavenwiel worden twee pletters aangedreven, terwijl het andere stavenwiel een kleiner tandwiel aan drijft. De as van dit tandwiel drijft een derde pletter aan. Het tandwiel heeft 22 tanden en een diameter van 50 cm. Omdat de grootte van de cirkel die het paard beschrijft, niet bekend is, kan de snelheid van de molen slechts geschat worden. Iedere rondgang van het paard geeft de walsen van de eerste twee pletters 60:32 1,875 omwentelingen en de walsen van de derde pletter 60:22 2,727 om wentelingen. Bij een snelheid van het paard van 6 km/uur en een cirkeldiameter van 5 meter komt de snelheid van de pletters op 11,9 en 17,4 omwentelingen per minuut. De tredmolen van de munt te Dordrecht kan volgens de plattegrond van het gebouw9 een diameter van 6 meter gehad hebben. Indien we deze 6 meter ook voor deze tredmolen aannemen, komt de snelheid van de pletters op 10,0 en 14,5 omwentelingen per minuut. Tekening 3 afb.5 "3: twee pletters in Perspective, een uijt malkanderen, en een in mal kanderen, met haar maten". In tekening 3 toont De Blieck de pletters. Boven: de onderdelen van het huis; onder: een kompleet gemonteerde pletter. Merkwaardigerwijze geven deze twee tekeningen maar een deel van de constructie weer: over de inhoud van de pletter en de tandwielen en veren aan de boven zijde wordt geen informatie gegeven. Met behulp van afbeeldingen van walsen uit het buitenland10 is de gehele constructie toch te begrijpen. Het zijn kastjes van 8x6Vi duim: 20,1x16,3 cm met een hoogte van 15 duim: 37,7 cm. Deze kastjes moeten geheel van ijzer gemaakt zijn; een houten constructie zou onvoldoende stevigheid bezitten. In de rechter zijkant zit een spleet waardoor de repen metaal op dikte getrokken worden. De hoogte van de opening bepaalt de dikte van de strook metaal. De stroken metaal worden dus niet gewalst, zoals tegen woordig, maar op dikte getrokken, zoals gebruikelijk was bij het ver vaardigen van draad. Aan de linkerzijde is een grotere opening waar door de strip metaal de machine verlaat. Binnen het vaste huis van de pletter zijn in een groef verschuifbare platen bevestigd waarin zich halfronde uitsparingen bevinden. In deze uitsparingen draaien twee 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 203