Het woord metaal wordt hier, evenals in de andere archiefstukken,
gebruikt voor messing, dus niet in zijn huidige, algemene betekenis.
De aanneemsom van 2100 gulden voor het Zeeuwse werk wordt in drie
delen betaald, het eerste deel van 700 gulden op 22 april 1671, het
tweede op 15 december, de quitantie voor het derde deel is niet terug
gevonden. De kosten van de afzonderlijke instrumenten zijn bij gebrek
aan een gespecificeerd bestek niet vast te stellen.
De muntpers
Naast Jacob Thoorn hebben ook anderen aan de muntpers gewerkt.
Johannes de Croos, 's lands schrijnwerker, levert op 10 april 1671 een
houten model van de pers voor 50,-. Dit houten model wordt door de
Middelburgse geschutgieter Johannes Burgerhuys gebruikt om giet
vormen te maken, waarin de metalen pers gegoten wordt. Uit de
declaratie van Burgerhuys blijkt dat het huis van de pers evenals de
moer van messing gemaakt wordt. Dit is geheel in overeenstemming
met het Franse voorbeeld en dus afwijkend van Jacob Thoorn's bestek
voor Holland.
Op 1 mei levert de "beeldsnijder" Gillis Janzen Hardewel de modellen
voor de koperen versieringen op het huis van de pers, gemaakt van
Noors lindehout: twee wapens van Zeeland met vier festoenen van de
vier elementen en twee cartouches met de datum erop, precies volgens
de tekeningen van De Blieck. De kosten bedragen bijna 36,-.
In juni werkt ook De Croos weer aan de muntpers. Op 6 juni maakt hij
nog enige houten modellen van niet nader te bepalen onderdelen:
"diverse keerens zowel rond als vierkant", voor 4 gulden 18 stuivers.
Op 26 juni werkt hij aan de pers in het giethuis, dus bij Johannes
Burgerhuys. Op 14 augustus wordt de messingen pers geleverd. Hij
weegt 1150 pond en kost 1265 gulden. Nadat hij gewogen is in de Waag
wordt hij naar het veerschip gebracht dat hem naar Rotterdam zal
brengen. De pers wordt meegenomen door Daniël de Blieck, die van de
Gecommitteerde Raden toestemming heeft gekregen om naar Rotter
dam te gaan om te zien hoe Jacob Thoorn vordert met het werk. De
Blieck is elf dagen weg en gaat vanuit Rotterdam ook naar Den Haag.
Helaas wordt de reden van zijn bezoek aan Den Haag niet vermeld.
Begin oktober giet Burgerhuys nog twee grote messing bollen voor de
pers; de twee bollen wegen samen 63 pond (ieder dus ruim 14 kg) en
kosten 1 gulden per pond.
Eind september is per brief aan Jacob Thoorn gevraagd om zo snel
mogelijk met het werk naar Middelburg te komen. Thoorn is blijkbaar
direkt gekomen, want gedurende de gehele maand oktober wordt er aan
de opstelling van de apparatuur gewerkt. Een vermelding van de werk-
162