Deze reis van negen dagen van Middelburg naar Antwerpen en weer terug kost inclusief vervoer van het ijzeren huis 67 gulden. In Middel burg kan men de veranderingen aan de pers niet aanbrengen en op 17 december 1671 gaat De Blieck met het ijzeren huis naar Rotterdam om de pers in orde te laten maken. De Blieck maakt van zijn meer dan een maand durend verblijf in Rotterdam gebruik om enkele malen naar Den Haag te gaan om daar met Willem Boreel, de Zeeuwse Generaal- meester van de Munt, Daniël Drappentier en Lybert van der Burch te spreken over de problemen met de stempels, vooral wat betreft de vorm. Hij verblijft van 3-14 januari 1672 in Den Haag, waar voor de pers nieuwe bussen en stempels gemaakt worden die hij mee terug neemt naar Rotterdam. Op 27 januari gaat De Blieck met het materiaal weer terug naar Middelburg. Terwijl De Blieck op reis is, gaat het werk in Middelburg verder. Johannes de Croos maakt nu een houten model voor de moer van de ijzeren pers, die wederom door Johannes Burgerhuys gegoten wordt. De kosten zijn Al/i gulden voor het model en 60 gulden voor het mes sing. Als aan het eind van het jaar Burgerhuys zijn declaratie over 1671 indient, vinden de Gecommitteerde Raden het bedrag, ruim 1643 gul den, zeer hoog. Als Burgerhuys zijn rekening verlaagt tot 1586 gulden, door het messing voor de pers voor 22 in plaats van 23 stuivers te rekenen, wordt het bedrag wel aanvaard. In december 1671 en januari 1672 wordt er hard gewerkt om munt- plaatjes te maken. Op 23 december maakt Jaques Comu één beitel voor gouden dukaten en één voor ducatons. Er zijn echter klachten over ongelijkheid van de getrokken stroken en begin januari wordt daarover kontakt opgenomen met Jacob Thoom. Begin februari 1672, als het door De Blieck teruggebrachte materiaal gemonteerd is, kan serieus met de aanmunting begonnen worden en al snel blijkt dat, evenals in Holland, ook de Zeeuwse apparatuur veel kinderziektes vertoont. Er zijn steeds zoveel reparaties te verrichten dat Jaques Comu, die de reparaties voor het grootste deel uitvoert, vrijwel dagelijks in de Munt aan het werk is. Aanvankelijk levert de pers blijkbaar onvoldoende druk om de munten van een duidelijke beeldenaar te voorzien. Om dit euvel te verhelpen, wordt op 17 februari de arm verlengd. Door deze langere arm komt de klap harder aan, maar zal het tempo ook lager komen te liggen. Ernstige problemen heeft de schroefpers verder niet opgeleverd. Ongeveer 2 maal per maand voert Comu reparaties uit die meestal kleinere zaken betreffen zoals nieuwe schroeven en spieën. Na augus tus 1672 wordt er veel minder gerepareerd, gemiddeld slechts eens per 2 maanden. Ook de snijschaar geeft geen grote problemen. Wel dienen de beitels zeer regelmatig bijgeslepen of vervangen te worden. Om de paar dagen moet Jaques Cornu de beitels bijslijpen of opnieuw harden. Af en 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 212