DE MUNTEN Het is zeer interessant ook de munten die in de eerste jaren met de nieuwe instrumenten gemaakt zijn nader te bekijken. Ter vergelijking is het goed eerst enige munten van voor 1671 te bezien (afb. 11, 12, 13). De afgebeelde zilveren dukaat 1660 en ducaton (of zilveren rijder) 1670 laten de mogelijkheden van het handwerk zien. De zeer speciaal vervaardigde piedfort extra dik muntplaatje) van 1660 laat zien dat met de hand gemaakte munten wel rond en fraai van uiterlijk kunnen zijn. Dan moet er echter zoveel zorg en tijd aan besteed worden, dat een economische bedrijfsvoering niet mogelijk is. De ducaton van 1670 toont het normale uiterlijk: ongeveer rond en de beeldenaar snel en onzorgvuldig aangebracht. Op de foto van de rand zijn de facetten die de grote schaar bij het met de hand uitknippen heeft achtergelaten, duidelijk zichtbaar. De ducaton 1671 is de eerste munt die op de nieuwe machines gemaakt is. Hij is geheel rond, geslagen met de nieuwe stempels van Drappentier en van een rand voorzien in de randlettermachine van Van der Burch (afb. 14 en 15). Helaas bleek dit fraaie uiterlijk, waar de Staten op gerekend hadden, in de normale praktijk niet te verwezenlijken. Problemen met de kantschriftmachine maakten dat men moest beslui ten de normale productie zonder speciale rand te doen. De zilveren dukaat 1672 toont wel de afdruk van het nieuwe stempel, maar op de rand zijn de kenmerkende breeksporen van het stansen duidelijk zicht baar (afb. 16 en 17). Een goed voorbeeld van stansproblemen die zich kunnen voordoen, toont het dubbeltje van 1672. Hierop zijn twee fouten zichtbaar: ten eerste heeft men de strook metaal iets te zuinig doorgeschoven bij het stansen, zodat een gedeelte van het gat van de vorige munt zichtbaar is als een hapje uit het muntplaatje; ten tweede zat er te veel speling tussen de ronde beitel en het ronde gat in de onderplaat van de snij- schaar, waardoor het muntplaatje onder het jaartal een dunne omhoog- staande rand heeft gekregen (afb. 18). Op de halve zilveren dukaat 1672 is op de keerzijde in het midden een verhoging zichtbaar (afb. 19). Hier blijkt het keerzijdestempel onvol doende gehard te zijn, waardoor het midden door de kracht van het slaan naar binnen gedrukt is. Op de halve zilveren dukaat 1673 zijn op de voorzijde de sporen te zien van het justeren, het met de vijl op het juiste gewicht brengen. De laatste afbeelding toont een halve zilveren dukaat 1675. Deze munt is wel geslagen op de schroefpers, maar het muntplaatje is niet zuiver rond, omdat het met de hand gemaakt is. 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 215