DE HOGE KOSTEN De problemen van de machines veroorzaken zulke hoge reparatie kosten dat de Staten van Zeeland de muntmeester om uitleg vragen. Dit vooral naar aanleiding van de hoge rekeningen van de smid Jaques Cornu. Het antwoord op 15 juni 1674 van muntmeester Jacob Boreel en stempelsnijder Abraham Goverts laat aan duidelijkheid niets te wensen over en is waard in zijn geheel opgenomen te worden13: Op 't bericht van hare Edel Mogende apostille op de requeste van Jaecq Cornu hier annex, soo dienen den muntmeester Jacob Boreel, ende den ijsersnijder Abraham Goverts hoe dat in den jare 1672, als wanneer hij muntmeester met de pietmolens heeft gevrocht, verscheijde malen door hare Edel Mogende is afgevraeght, waerom dat het geit van de silver services gemunt, soo drae aen dhr. ontfanger generael van der Stringe niet wierde gebracht. Waerop hij muntmeester niet anders conde tot excuseren, als te clagen over het nieuwe werck, dewijle de pietmolens dickmaelen onstelt ende gebroken waren, waer na langen tijt moste wachten eer vermaeckt conde sijn, omdat den aennemer van die instrumenten tot Rotterdam woonden; ende hebben alsdoen hare Edel Mogende aen hem muntmeester gelast dat op de spoedichste maniere het gereetschap soude laten vermaecken en dat door een smit die hier woonde; waerom hij muntmeester met kennisse van den wardeijn nootsakelijcken, om die instrumenten in ordre te houden, den ordinairen smit van de munte alhier heeft moeten nemen, vermits het wercken alsdoen wat continueerde, dan wat te langer duijrende, de- wijle twee a drijemael meer moet wercken over een quantiteijt van duijsent marcken silvers, als wel te voren gedaen is, om redenen dat met die instrumenten ruijm over de helft meer silver verloren, dat is tot schroden gesneden wert, als wel tot perfectie gebracht wert, ende oversulcx comt met weijnich gelevert werck grootte slijttage, ende veel oncosten als wel met den hamer het geit te maken oijt geschiet is, want is airede veel van dat pletwerck verlopen, soo dat nootsakelijck weder om nieuwe rollen tot de pletmolens sullen moeten laten maken, want de oude rollen geen of weijnich silver meer sullen connen tot perfectie brengen. Ende can oock om de hardicheijt der silverpaijementen met die instrumenten geene gemaeckt werden, want die instrumenten lijden daer door sulcken grooten last alsof geduijrich aen stucken souden breecken, gelijck oock geschiet is, omdat die spetie soo dunne moet getrocken werden, soo dat met die instrument alle de spetien bij hare Edel Mogende geordonneert niet connen gemaeckt werden, als met seer groote oncosten, ende oversulcx soo gebruijckelijck niet als met den hamer te doen is. Waerom dan met believen van hare Edel Mogende hij muntmeester niet anders en can aendienen, alsdat het gebruijck van den hamer om geit te maken veel profijtabelder is, als met 170

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 216