NOTEN 1. Hoitsema en Feith, 71-77. 2. Hocking. 60. 3. Mazerolle, 27. 4. Hoitsema en Feith, 63-65. 5. Unger, 72, 73. Benezit, 82. Rijksarchief in Zeeland, Historisch-topografische Atlas Zelandia lllustrata II, 138, 747; III, 178, 565. 6. Rekening van Daniël de Blieck aan de Staten van Holland, 8 januari 1672. 7. Van der Burch krijgt op 7 december 1671 van de Staten-Generaal octrooi voor 15jaar op het maken van machines om letters op de rand te zetten. 8. Brief van 23 januari 1672 van Van Rottermont aan Johan van Nispen. 9. Kossmann, 270. 10. Num. Beitrage, 41. 11Een pond wordt onderverdeeld in schellingen en penningen: 1 pond 20 schellingen 240 penningen 1 schelling 12 penningen Pond. schelling en penning geven alleen een getal weer: pond betekent 240, schelling betekent 12 en penning betekent 1. De toevoeging penningen Vlaams of alleen Vlaams aan het woord pond betekent, dat het een pond groten is, dus 240 groten. 1 gulden 20 stuivers 40 groten 1 stuiver 2 groten Dus 1 pond Vlaams 240 groten 6 guldens. Als voorbeeld kan dienen een betaling aan Jan van Hecke, de aannemer van het molenwerk, ter grootte van: 41:13:4 d vis; dat is 41 pond, 13 schellingen en 4 penningen groten, dus 41x240 13x12 4x1 groten 10.000 groten 5.000 stuivers 250 guldens. 12. Mondelinge mededelingen van C.F.J. Klaassen te Rotterdam. 13. Rijksarchief in Zeeland. Archief Rekenkamer, acquitten rekening muntmeester. 1674. 174

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 220