143) en als lid van het bestuur van de Middelburgsche Kunstvereeni- ging (p. 152), maar ook als bibliothecaresse van de Bibliotheek voor de jeugd (p. 155), als lid-wijkbezoekster van de Vereeniging tot het bezoe ken der armen te Middelburg en als presidente en verantwoordelijk voor wijk O, tweede helft, van de Vereeniging Zeeuwsche Dorcas, waarvan de leden oude kleren herstelden en vermaakten ten behoeve van de armen (p. 178). Deze laatste functie bekleedde zij al sinds 1895. Maar nog meer tijd zal er van Bertha Ogterop worden gevraagd, als zij in 1905 in het bestuur treedt, als eerste vrouw, van de tien jaar eerder opgerichte afdeling Middelburg van de S.D.A.P., die toen - in 1905 - een zware strijd voerde voor een afgevaardigde in de gemeenteraad, wat bij de verkiezing in 1907 voor het eerst gelukte. Het wekt dan ook geen verbazing, dat zij op 5 juni 1905 dr. L. Vuyck, de toenmalige secretaris van de Nederlandse Botanische Vereniging, schriftelijk ver zoekt haar als lid te schrappen. "Het is mij," zo schrijft zij, "door drukke bezigheden in en buitenshuis niet meer mogelijk iets van eenige beteekenis aan botanie te doen en daardoor voel ik mij niet meer op mijn plaats in de Vereeniging." Desondanks heeft zij haar functie als conservatrice van het Zeeuws Herbarium gecontinueerd tot 1932, zij het, dat er sinds haar actieve beginjaren nauwelijks meer planten bij kwamen. Ook de Jaarverslagen van 1903 t/m 1922 getuigen hiervan door het opnemen van de stereotiepe zin "Het kabinet Botanica onder ging geene vermeerdering". Uit de enige mij bekende publicatie van Mej. A.P. Ogterop, die zij schreef over het Zeeuws Herbarium ter gelegenheid van het anderhal- ve-eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap in 1919, treedt zij naar voren als iemand, voor wie de esthetische "rijkdom der natuurlijke vormen" van grotere waarde is dan de wetenschappelijke betekenis van een herbarium: "het zou gewenscht zijn dat sommige ver vergane planten, wier groeiplaatsen voor ondergeteekende niet meer te berei ken zijn, eens door jongere krachten werden vernieuwd". Ook de slotzin van genoemde publicatie accentueert deze opvatting: "Moch ten deze korte mededeelingen bij vele lezers den lust opwekken het Zeeuwsch Herbarium eens te doorbladeren en vooral om in onze rijke Zeeuwsche natuur zelve de levende planten te bestuderen, waarvan in bovengenoemde verzameling slechts de mummies aanwezig zijn". Bertha Ogterop treedt in 1932 af als conservatrice van het Zeeuws Herbariumop 31 juli 1936 sterft zij te Middelburg op 76-jarige leeftijd. Ik ben mij ervan bewust dat ik slechts een begin heb gemaakt met de levensbeschrijvingen van Walrave Blaas en Bertha Ogterop. Het zou toe te juichen zijn indien er een dieper gaand onderzoek kon worden ingesteld naar deze twee belangrijke Zeeuwse persoonlijkheden. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 23