DE GESCHIEDENIS VAN HET ZEEUWS HERBARIUM Hoewel het oudste exemplaar dateert van 1832, begint de geschiedenis van het Zeeuws Herbarium eerst op latere datum. Op een in december 1859 gehouden vergadering van het Zeeuwsch Genootschap wordt medegedeeld, dat "dr. G. van Hennekeler zich bereid had verklaard eene volledige Flora van Walcheren voor het Genootschap te verzame len". Uit het Verslag van het verhandelde in de Algemeene vergadering 1869-1874 blijkt eerst, dat met de Flora van Walcheren een herbarium wordt bedoeld: "een aanzienlijk getal portefeuilles, eene menigte met zorg en smaak bijeen gebrachte exemplaren bevattende". In dit zelfde verslag wordt tevens betreurd, dat Van Hennekeler "door veelvoudige bezigheden is verhinderd met de verdere aanvulling geregeld voort te gaan". In eerdere verslagen, die van de vergaderingen in oktober 1861 in november 1863 en in november 1865 valt te lezen, dat Van Henneke ler "zich steeds bezig houdt" met de aanleg van de Flora van Walche ren. Inmiddels zijn er wel ruim 10 jaar verstreken sinds Van Hennekeler zijn bereidheid tot het aanleggen van een herbarium heeft kenbaar gemaakt en de vraag lijkt gewettigd, waarmee hij zich nu wel steeds heeft beziggehouden. Ik vermoed stellig, dat het antwoord moet luiden: met herbariumplanten, die door Walrave Blaas zijn verzameld en op de een of andere wijze in het bezit van Van Hennekeler zijn gekomen. Ik doe deze veronderstelling op grond van een tweetal argumenten: 1Er zijn in het Zeeuws Herbarium geen hogere planten aanwezig, die door Van Hennekeler zijn verzameld. 2. Van alle door Blaas verzamelde exemplaren zijn de etiketten over geschreven in een handschrift, dat zeer veel gelijkenis vertoont met dat van Van Hennekeler. Waar Van Hennekeler zich dus mee heeft beziggehouden is het (op nieuw) etiketteren van het door Blaas verzamelde materiaal. En het moet een gedeelte van dit materiaal van Blaas zijn geweest, dat Van Hennekeler in december 1859, toen hij aanbood "een volledige Flora van Walcheren voor het genootschap te verzamelen" als "eenige uit stekende proeven van bewerking ter tafel bragt". Ook lijkt het niet moeilijk, al kan het niet worden bewezen, om aan te tonen op welke wijze het herbarium van Blaas in het bezit van Van Hennekeler is gekomen. Van Hennekeler was volgens Verdoorn 1927) nl. in 1856 benoemd tot leraar aan het Gymnasium en de Klinische School te Middelburg. Aan deze Klinische School, die van 1836-1840 ook door AWalraven is bezocht, was een-dank zij Van Hennekeler- uitgebreide tuin verbonden, waarover, nadat de tuin in 1865 is overge dragen aan de nieuwe Rijks-H.B.S. met vijljarige cursus, Van Hall 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 24