VERSLAG OVER DE TOESTAND EN DE
WERKZAAMHEDEN VAN HET GENOOT
SCHAP GEDURENDE HET JAAR 1981
Mocht de ledenvergadering bij het vaststellen van het vorige jaarver
slag met voldoening constateren dat de symbiose tussen de verschil
lende vakgebieden en de stimulerende wisselwerking tussen het weten
schappelijk onderzoek, de museale, publicistische en educatieve acti
viteiten opnieuw de formule voor de groei en bloei van het Genoot
schap is geworden, in dit verslag kan daaraan de ervaring worden
toegevoegd van veelbelovende resultaten: in 1981 gingen het beleids
plan en de nieuwe Wet fungeren, de Encyclopedie van Zeeland naderde
zijn voltooiing, een eerste deel van een nieuwe serie Werken ver
scheen, terwijl het ledental met ruim 200 opklom tot ca. 1500.
Helaas werden deze verheugende resultaten overschaduwd door be
stuurlijke perikelen, die aan het einde van het jaar eindigden met de
toezegging van het bestuur te zullen aftreden en de instelling van een
Commissie van goede diensten om een uitweg te zoeken uit de ontstane
problemen en een voordracht voor bestuurskandidaten te doen.
Naast deze algemene informatie kan voorts het volgende omtrent de
toestand en werkzaamheid van het Genootschap worden gemeld.
Het ledental van het Genootschap nam toe van 1310 per I januari 1981
tot 1517 aan het einde van het verslagjaar.
Het Genootschap heeft het overlijden te betreuren van de navolgende
leden: J. van Bennekom, A. Goedhart, ir. W. Hiidernisse, A. Hool-
horst, A.L.C. Huson, mr. A.M. van Liere, ir. H.J. van der Linde,
F.J.J. Makkelenberg, J.G. Timmerman, ir. J. Versteeg, H.J. van
Wuyckhuyse.
Over de toestand van de verzamelingen wordt afzonderlijk verslag
uitgebracht.
In de voorjaarsvergadering presenteerde het bestuurde nieuwe Wet ter
vervanging van die van 1970, welke in 1979 reeds aan het Nieuw
Burgerlijk Wetboek was aangepast. In de nieuwe Wet zijn de voor
nemens, in beleidsnota en beleidsplan vastgelegd, tot uitvoering ge
bracht, onder meer met vereenvoudiging van de benoemingsproce
dure, uitbreiding van het bestuur met een hoofdconservator, vertegen
woordiging van commissies in het bestuur en instelling van conser
vatorschappen voor de hoofdonderdelen van de verzamelingen.
Een belangrijk besluit nam het bestuur met de instelling van een nieuwe
reeks getiteld "Werken uitgegeven door het Koninklijk Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen". Met deze reeks wordt in een leemte
voorzien, aan het begin van deze eeuw ontstaan door de uitgave van het
Archief als jaarboek, zodat het geen plaats meer bood aan bronnen-
VI