DE VERZAMELING EIEREN VAN HET GENOOTSCHAP doordrs. G.R. Heerebout In het voorwoord van de eerste gedrukte catalogus van de zoölogische verzameling van het Genootschap, samengesteld door J.C. de Man, schrijft deze dat "het de bedoeling van het Genootschap is langzamer hand die voorwerpen bijéén te zamelen, welke gerekend kunnen wor den te behooren tot de Fauna van Zeeland" (De Man, 1869: p. 5-6). In deze eerste catalogus wordt, evenmin als in de tweede, vermeerderde uitgave (De Man, 1879) melding gemaakt van in Zeeland verzamelde eieren. De Man begon in 1880 voor het Genootschap een eierverzameling aan te leggen; om precies te zijn op 20 april 1880. In de bij deze verzameling behorende handgeschreven catalogus schrijft hij namelijk (De Man, z.j"Een nest van de merel, dat ik tegelijkertijd met dat van een Pratincola en een lijster ontving, 20 April 1880, was het eerste van deze verzameling". Tegelijkertijd begon hij met de aanleg van een particu liere eierverzameling, grotendeels een duplicaat van de verzameling die hij voor het Genootschap bijeenbracht. Op 28 mei 1880 werd de wet van kracht tot bescherming van diersoor ten, nuttig voor landbouw of houtteelt (Staatsblad no. 89). Deze gaf waarschijnlijk een extra stimulans om de verzameling uit te breiden. Zo werd in 1881 het begin van de eierverzameling, tezamen met de reeds langer bestaande collectie opgezette vogels, in het stadhuis te Middel burg tentoongesteld, omdat "het bestuur het een nuttige zaak achtte, die vogels, waarvan de meeste bij onze landlieden en hen, die met de uitvoering der wet belast zijn, niet bekend zijn naar den in de wet aangegeven naam, voor een ieder ter bezichtiging te stellen" (De Stop pelaar, 1884: p. 57). Deze tentoonstelling leidde ertoe dat het hoofdbe stuur van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij verzocht om de eieren en vogels ook in Goes ten toon te stellen, ter gelegenheid van de algemene ledenvergadering van dat jaar. Voor deze tentoonstelling te Goes werd een catalogus gedrukt, waaruit blijkt dat er, naast de eier verzameling van het Genootschap, ook nog een kleine eierverzameling ingezonden was uit de omgeving van Kapelle door mej. M. (Catalogus 1881, a-b). In een ingezonden stuk in de Goesche Courant wekt de voorzitter van de Z.L.M., de heerG.J. van den Bosch (1881), op om de tentoonstelling vooral te bezoeken, met vermelding van dezelfde redenen hierboven genoemd. De tentoonstelling omvatte eieren van 78 soorten vogels. De als appendix aan het Verslag van het verhandelde in de algemene 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1982 | | pagina 83