- een Rijksdaalder van Juliana met een klop ter gelegenheid van de tentoonstel ling 'Munt van Zeeland 1580-1980', geschonken door de Numismatische Kring Zeeland. - een Zeeuwse daalder van 30 stuiver van 1681, door ir. F.Q. den Hollander ge schonken, naar aanleiding van de herdenking in 1980 voornoemd. Beide stukken zij n in dank aanvaard. Zeker als opening en misschien als voorbo de van een stroom materiaal, die zo vaak op penningen staat afgebeeld als hoorn des overvloeds. Bij de jaarverslagen is het mij opgevallen dat elke conservator achter het net vis te bij elke veiling en kermend zijn of haar ongenoegen uitsprak over de prijzen en hun toegestane limieten. De muntmeester van Zeeland beklaagde zich ook al regelmatig over de 'steigeringe' van de munt en het muntmateriaal. In de aan- kooppsychologie moet men rekening houden met drie prijzen: die van gisteren, die van vandaag en die van morgen. Limieten uitbrengen op basis van gisteren is een onbegonnen zaak en reden van frustratie. De taxatie van de prijs van morgen is een meer ludieke zaak en een spel met meer kansen. Daarom dient de vrije hand gegeven te worden door de principalen. Bij verkoop aan de handel dient men wel te waken dat men niet de prijs van giste ren geoffreerd krijgt, met de geruststellende mededeling dat die munt vorige maand op een veiling dat heeft opgebracht, en de rest van het aanbod 'lelijk, valsch of onverkoopbaar' is, zoals in 1950 is geschied. Vele muntvondsten, zelfs hele muntcollecties, zoals die van de Zeeuwsche Hy potheekbank, gekocht door de Nederlandsche Bank NV.de collectie van Marie de Man in 1934, aangekocht door het Koninklijk Penningkabinet, zijn aan onze neus voorbij gegaan, door gebrek aan armslag, en misschien onvoldoende be langstelling van het Genootschap. Op toekomstige eventualiteiten op dit ge bied, die nimmer samengaan met een aankondiging op lange termijn, dient evenwel snel en adequaat ingehaakt te worden. ad d. Het vergaren van middelen tot completering der verzameling zal als donatie aan de afdeling numismatiek kunnen geschieden door belangstellenden, en ook indi rect via de extra giften boven de contributie aan het Genootschap. Een algemene opmerking wil ik maken over de muntvondsten. Ter registratie voor historische doeleinden dienden deze aangemeld te worden. Weet men niet hoe dit in zijn werk gaat, of is men minder bekend met deze weg, dan is er maar één oplossing bij de hand. Meld het aan uw Genootschap. Deze registratie ligt wel buiten bereik van de inspecteur, die het historisch belang ook niet voor ogen staat. Tot slot zou ik Marie de Man in herinnering willen roepen. Bij het 150-jarig bestaan van uw Genootschap schreef zij: 'Moge het den Conservator, die na mij de merkwaardige verzameling zal beheren, gelukken de nog ontbrekende exem plaren aan te werven, moge hij daarbij den moed niet verliezen en steeds indach tig zijn de kernachtige spreuk der Beschermvrouwe van het Zeeuwsch Genoot schap 'Je Maintiendrai'. Wil ik er aan toevoegen, 'Op mij en op U komt het aan', Zeeuwen help mijhoe wel de tijden nu niet zo rooskleurig zijn! XIV

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 12