ontdekken 'weegens de oorzaaken van sommige ziektens, welke zich aan de Sai- soenen schynen te verbinden, of van plaatselyke omstandigheden afhangen'21'. Ook Van de Perre's correspondent Dr. Jacob van Breda was een groot aanhan ger van de methode. In zijn voorwoord bij een van de werken van Ingen-Housz doet hij in 1785 de oproep aan alle weerkundige waarnemers 'in ons Vaderland' om ook dagelijks eudiometrische proeven te verrichten, en de resultaten daar van bij de weerkundige waarnemingen aan te tekenen20. Ook publiceerde hij nog een verbetering van Fontana's methode, welke hij 'briefsgewijze' aan Ingen- Housz opdroeg29. Toch beloofde de methode meer dan zij in werkelijkheid voorstelde. De variatie van het zuurstof-gehalte in de dampkring is namelijk zeer gering. In zijn beken de boek over de ontwikkeling van de natuurkunde in Nederland merkte Prof. Dr. J.P. Kuenen hierover op dat het niet voor de objectiviteit der meeste onder zoekers pleit, dat 'wat men zoo zeker meende te zullen vinden ook inderdaad door bijna allen bevestigd werd'31. Met deze opmerkelijke uitspraak geeft Kuenen echter wel aan dat de methode in Van de Perre's tij d volkomen aanvaard werd. Dat het de eudiometer zelf was, die de verschillen grotendeels bepaalde, was beslist nog niet duidelijk. Zo dacht Ingen-Housz er toch werkelijk mee te hebben aangetoond dat de lucht aan zee meer zuurstof bevatte dan verderop in het binnenland. Zeelucht was immers gezonder? Niettemin was een van de complicerende factoren bij de eudiometer in 1782 al opgespoord door Van Breda. Hij constateerde een verschil in oplosbaarheid van de gevormde N02, afhankelijk van het feit of men gedestilleerd water, put- of welwater, dan wel regenwater in het apparaat gebruikte. Hierover schrijft hij ook Van de Perre, die van het resultaat echter niet direkt overtuigd is. Van de Perre is dan ook zeer tevreden over zijn eigen variant van het instrument. Moge lijk was dit de 'verbeterde eudiometer', die door zijn vriend, de Middelburgse medicus Van der Kemp is uitgedacht32. Hij biedt Van Breda zelfs aan om een 'weergaa' van zijn eudiometer te laten maken, wanneer deze er althans prijs op mocht stellen. Twee jaar later (in 1785) is Van de Perre nog steeds dezelfde mening toegedaan. Nadat hij heeft kunnen kennis nemen van het feit dat Van Breda (in navolging van Ingen-Housz) 'de voorkeur blyft geven aan die van dhr Fontana en zelfs wenschte dat dezelve algemeen door de waarnemers wierd gebruikt' verklaart hij overduidelijk dat hij, 'beide gebruikt hebbende', toch verre de voorkeur geeft aan 'diegeene daar ik meermalen d'eer gehad heb U Edelgestrenge over te onderhouden'. Toch is hij ook weer niet star in zijn opvattingen, want in dezelfde brief betuigt hij tegenover Van Breda zijn spijt dat hij de nieuwe 'verbeterde eudiometer' van de instrumentmaker Cuthbertson nog niet heeft kunnen proberen, omdat hij hem nog niet ontvangen heeft. Dit type eudiometer was gebaseerd op een geheel andere methode, ontwikkeld door de Italiaan Alessandro Volta (1745-1827)33. Om de zuurstof uit de lucht aan zich te binden werd ditmaal waterstofgas benut, dat tijdens het overspringen van een elektrische vonk met de zuurstof reageerde. Een variant hierop was in 1782 ontworpen door de Amsterdamse instrumentma ker John Cuthbertson (1743-1821), van wie Van de Perre het instrument trou wens (nadien) nog wel ontvangen heeft, zoals uit de hierachter afgedrukte cata logus van instrumenten mag blijken (Cat.nr. 70). 98

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 144