dracht van het eerste stukje van zijn Natuurkundige Verlustigingen uit 1769 aan
de representant Van de Perre25. Ook de opdrachten in de juridische dissertaties
van Johan Adriaan Wilhelmius en Matthaeus Laurentius Van Stein Callenfels
mogen in dit kader gezien worden24. In het geval van Lootens' editie van zij n 150
Psalmen en Gezangen voor de Stem, Orgel en Clavecimbel uit 1776 heeft moge
lijk het financiële aspect sterk meegespeeld. Het is in ieder geval opvallend dat
de koperplaten van dit geheel gegraveerde werk naderhand in de veiling van Van
de Perre's bibliotheek opduiken"6. Het heeft er dus veel van weg dat de kostbare
uitgave geheel door het echtpaar Van de Perre bekostigd is.
}Aan zvne Excellentie clen Hoog' Etlel Geftrengen Heer
JOH ANN ADRIAAN VAN DE l'ERRE
Heer van Ni euverve, Wel zingen en ^VesLlioven,
Reprefentcerencle zvne
DoorluclitioTte Ilootrlicicl,tien Ilcere Prince van Orange en Nasfou.
als Ecrfte Edele van Zeeland dcAcdc.
Men/ rtó )i>e/V/ant*cr rtzn 7etcn/è/fnv en /'A.enjr, en Jux en/er wemc/fter iter /TnfoeH'yde
ry U y? c- t/ Ct
//ecct/y,l>it, reen <rV Zang, Aet~ Orgel en Clavecimbel, in eene Jceo ivw nwye/yAyey>ils/e\
HvjitV/Ttvi? pyetr/ryrernrrnte yan en r/L./yj t
evoei'n/u'H (Wr OndcrtUnó/jte en Ocenuvèttaite ^dienaar
o 7
VV WILLEM LOOTENS. j
3 -^C"A
10.2. Opdracht in de '150 Psalmen en Gezangen' van Willem Lootens.
Zeer curieus is tenslotte de opdracht aan Van de Perre van een studie over een
oud Arabisch handschrift. De samensteller ervan was Sebald Fulco Rau, de ne
gentienjarige zoon van de Utrechtse hoogleraar Sebald Rau (1721-1818), bij wie
hij in 1784 dit academisch proefschrift verdedigde. Van het Arabische hand
schrift - dat over gemmen en edelstenen handelde - had de jonge Rau enkele hoofd
stukken in de oorspronkelijke taal uitgegeven, voorzien van een uitgebreid La
tijns commentaar. De dissertatie ziet er dan ook bepaald indrukwekkend uit.
Gezien Van de Perre's ontzag voor de oosterse talen moet het hem enorm ge
vleid hebben dat een dergelijk geleerd werk aan hem werd opgedragen.
Het toont ons bovendien dat hij in contact stond met mensen uit de kring van
veelbelovende jonge literatoren rond de Utrechtse universiteit. Tot Rau's direk-
te vrienden behoorden althans verscheidene illustere namen. Eén van hen, de
105