XI. BESLUIT. Overzien we het voorgaande, dan rijst de vraag naar Van de Perre's invloed en betekenis. We hebben kunnen zien dat hij in de politiek een omstreden man was. Hoewel hij door zijn afkomst en huwelijk tot een regentenplaats was voorbestemd, kwam het hoge ambt van 'representant' toch zeer onverwacht binnen zijn hori zon. In deze belangrijke functie is hij door zijn mederegenten wisselend beoor deeld en gewaardeerd. Voor een groot deel kan dit worden toegeschreven aan zijn gecompliceerd karakter. Aan de ene kant was hij vasthoudend: zo bleek zijn eigenzinnigheid al bij de bouw van zijn huis, toen hij een duurder en tegen som mige stijlkenmerken ingaand ontwerp wist door te drukken. Ook in de politiek brengt dit aspect van zijn geaardheid hem regelmatig in conflict met zijn aristo cratische achterbanSamen met zijn plichtsbesef, zijn gevoel voor rechtvaardig heid en zijn sterke betrokkenheid bij de samenleving, brengt het hem soms tot verrassende stellingnames. Toch was hij anderszijds gematigd: 'toegevend', zo noemt hij het zelf. Dit geeft hem een sterk verlangen om twistende partijen met elkaar te verzoenen. In het verlengde daarvan ligt zijn afkeer van staatkundige intrigues. Bij dit alles speelt zij n naïeveteit hem echter regelmatig partenHij is te goed of te snel van vertrou wen, en doorziet de werkelijke politieke beweegredenen lang niet altijd. Hij is dan ook vaak teleurgesteld. De affaires van 1778 treffen hem 'tot in de ziel', en zijn voor hem de laatste stap naar het besluit om het politieke bedrijf rigoureus de rug toe te keren. Niettemin blijkt hij in zijn daarop volgend leven als ambteloos burger de achting van velen te hebben behouden. Meer dan ooit blijkt dan echter de politieke realiteit aan hem voorbij te gaan, zoals mag blijken uit zijn optreden rond de orangistische 'Akte van Verbintenis' in 1786. Evenmin weet hij in 1787 de maatschappelijke krachten te taxeren tegen de benoeming van een voormalige patriot als de direc teur van zijn Museum. Beide aktiviteitenzijn echter geheel in overeenstemming met zijn optimistisch wereldbeeld en zijn verzoeningsgezind karakter. Al met al mogen we voor zijn politieke betekenis voorlopig wel instemmen met Nagtglas, die nu een eeuw geleden wist op te merken dat 'deze merkwaardige man' reeds in zijn eigen tijd meer geroemd werd als 'mild beschermer van kunst en wetenschap', dan geprezen als een 'stoutmoedig en slim staatsman'1. We pre tenderen echter niet dat hiermee nu het laatste woord gezegd is. Als mecenas of beschermheer is Van de Perre's betekenis duidelijk groter. Na zijn politieke carrière is hij als vanzelf terecht gekomen in de hoek van de onver dachte 'nuttige wetenschappen'. Als belangrijke drijfveren daartoe zijn door ons aangewezen, enerzijds zijn sterk gevoelsmatige vroomheid, en anderzijds zijn behoefte om toch iets ten nutte van de samenleving te kunnen verrichten. In de 'Experimentaal-Philosophie' was de Schepper te verheerlij ken, en bovendien kon de mens daardoor tot een hoger niveau van beschaving en welvaart worden opgeheven. Dit verklaart zowel zijn drang tot het uitvoeren van experimenten en waarnemingen, als zijn wens om een geschikte struktuur te scheppen voor de bestudering van de wetenschapen op lokaal niveau. Door zijn stimulerend optreden bij de plaatselijke genootschappen heeft hij ge tracht om bij te dragen tot een klimaat waarin de tijdsinvloeden optimaal in de Middelburgse samenleving zouden kunnen doorwerken. Weliswaar was het me- 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 155